Minister Schippers (Volksgezondheid) is geen voorstander van een cautieplicht: oftewel de plicht aan zorgverleners om patiënten te wijzen op het recht om een vraag over medische informatie niet te beantwoorden. Dit schrijft ze in een brief aan de Tweede Kamer.
Tijdens een algemeen overleg over het beroepsgeheim in november vorig jaar kwam een eventuele cautieplicht rond medische gegevens aan de orde. De cautie is de mededeling aan een verdachte in een strafzaak dat hij het recht heeft om te zwijgen. “Een vanuit het strafrecht afgeleide cautieplicht in het gezondheidsrecht zou erop neer komen dat specifieke functionarissen of instanties, in specifieke situaties, aan een burger moeten mededelen dat een vraag over medische informatie niet hoeft te worden beantwoord.”
Schippers is geen voorstander van zo’n plicht in de zorg, schrijft ze aan de Tweede Kamer. Voor een aantal situaties is het al dan niet hoeven verstrekken en mogen verwerken van medische gegevens namelijk al geregeld in wetgeving. Zo staat in artikel 3 en 5 van de Wet op de medische keuringen dat sommige extra gevoelige medische informatie in bepaalde gevallen niet mag worden opgevraagd. Een cautieplicht voegt volgens de minister niets toe aan de bestaande wetten: “de gegevens mogen immers niet worden opgevraagd”.
Schippers vindt dat de inzet moet zijn om burgers aan de voorkant te informeren door een goede algemene informatievoorziening. In dit kader verwijst ze naar de website van de patiëntenfederatie NPCF. Zij heeft de NPCF gevraagd om te onderzoeken of patiënten voldoende weten wat hun rechten en plichten zijn, dooe de vraag voor te leggen aan het Patiëntenpanel. De minister verwacht de Tweede Kamer na het zomerreces over de uitkomsten van deze uitvraag te kunnen informeren. “Afhankelijk van de uitkomsten zal ik vervolgacties in gang zetten om de patiënten beter te informeren cq patiëntenrechten beter te beschermen.”
Verplicht
Aan de andere kant is ook wettelijk geregeld in welke gevallen de burger juist wél medische informatie moet verstrekken, bijvoorbeeld in het verzekeringsrecht in het Burgerlijk Wetboek. Zo moet iemand die een hypotheek afsluit medische gegevens overhandigen aan de overlijdensrisicoverzekeraar, voor de beoordeling van de aangevraagde verzekeringsovereenkomst. Deze verplichting is volgens de minister niet verenigbaar met een cautieplicht. Bij het opvragen van medische informatie moet de verzekeraar overigens wel de Wet bescherming persoonsgegevens in acht nemen en de gegevens zeer zorgvuldig behandelen en beschermen.
Professionals
In de brief aan de Kamer gaat Schippers ook in op de geheimhoudingsplicht van professionals in het publieke domein, namelijk ambtenaren bij de IGZ en de Inspectie Jeugdzorg, het UWV en gemeenten. Voor elk van die groepen zijn er volgens de bewindsvrouw specifieke regels rond de geheimhouding van toepassing, “hoewel als duidelijke hoofdlijn geldt dat alle betrokken professionals een geheimhoudingsplicht hebben die in wettelijke regels is neergelegd”.
Sinds de decentralisatie van rijkstaken op het gebied van langdurige zorg naar gemeenten zijn er zorgen over de omgang van ambtenaren met gegevens van cliënten. In verband hiermee zijn meerdere initiatieven genomen. Zo heeft de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) samen met het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) een cursusaanbod ontwikkeld op het terrein van privacy en het sociaal domein. Dit aanbod is gericht op zowel medewerkers van gemeenten als van aanbieders van jeugdzorg en maatschappelijke ondersteuning.
Daarnaast ondersteunt staatssecretaris Van Rijn het programma Informatievoorziening Sociaal Domein dat de VNG en zes brancheorganisaties (Actiz, Branchebelang Thuiszorg Nederland, Vereniging Gehandicaptenzorg Nederland, GGZ Nederland, Federatie Opvang en Jeugdzorg Nederland) uitvoeren. Hierin is ondersteuning van gemeenten en zorgaanbieders bij betere borging van de privacy van betrokkenen een belangrijk onderdeel. Volgens Schippers is, om een veilige uitwisseling van informatie tussen gemeenten en aanbieders te waarborgen, een elektronische infrastructuur tot stand gebracht.