Philips mikt na de succesvolle afsplitsing van zijn verlichtingsdivisie op grote overnames, met name op het gebied van zorginformatica. Dat zegt Philips-topman Frans van Houten in een woensdag gepubliceerd interview met persbureau Bloomberg.
Philips bracht onlangs 25 procent van de aandelen Philips Lighting naar de beurs en richt zich nu voornamelijk op apparaten en diensten op het vlak van gezondheidszorg. Die activiteiten wil het bedrijf uitbreiden. Daarvoor wordt onder meer de opbrengst van de verkoop van de lichtdivisie gebruikt, die de komende jaren helemaal van de hand wordt gedaan.
Mogelijke deals zullen in omvang waarschijnlijk vergelijkbaar zijn met de aankoop van het Amerikaanse Volcano in 2014, aldus Van Houten. Voor die producent van gespecialiseerde katheters werd destijds 1,2 miljard dollar uitgetrokken.
Zorg op afstand
Philips ziet onder meer een belangrijke groeimarkt in internettechnologie die zorg op afstand mogelijk maakt. Die zogeheten ‘connected care’, waarbij patiënten en artsen informatie kunnen delen met via internet verbonden apparaten, kan volgens het bedrijf een belangrijke rol spelen bij het beperken van de kosten van de zorg, preventie en de behandeling van chronische ziektes.
Hier is volgens verantwoordelijk directeur Jeroen Tas nog wel “een wereld te winnen”. Zo blijkt uit een onafhankelijk onderzoek, dat Philips woensdag presenteerde, dat de bereidheid om nieuwe technologieën in de zorg toe te passen in Nederland nog relatief beperkt is. Dat geldt ook in andere welvarende landen, terwijl de animo in armere landen opmerkelijk groter is.
Patiëntinformatie
Daarbij spelen in Nederland ook de langlopende discussies over het delen en beschermen van patiëntinformatie een belangrijke rol. Daardoor zit er voorlopig weinig schot in het gebruik van ‘connected care’. “Er moet nog veel gebeuren”, onderkende Tas. “Maar de urgentie om stappen te zetten is er. Verandering is voor iedereen lastig en dat geldt zeker in een conservatieve markt als de zorg. Maar de resultaten zijn zó duidelijk: dit gaat gebeuren.” (ANP)