AppleMark
Behandelaars in de ggz gaan “heel flexibel om” met de declaratieregels. Ook vinden zij veel situaties die de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) afkeurt acceptabel. Dat concludeert onderzoeksbureau TNS in een onderzoek naar declaratieregelgeving in opdracht van het ministerie van VWS.
Behandelaars vinden het vrijwel unaniem acceptabel om gemiddeldes te gebruiken bij het tijd schrijven (96 procent vindt dit acceptabel) en te starten met een behandeling als de verwijzing niet op orde is (93 procent vindt dit acceptabel). Ook het aanpassen van diagnoses aan wat de patiënt naar het oordeel van de behandelaar nodig heeft en het compenseren van tijd die professionals kwijt zijn met administratie, kan op goedkeuring rekenen van veel professionals.
Hoewel ruim de helft (52 procent) in het declaratiesysteem mogelijkheden ziet voor financieel gewin, vinden behandelaren correct declareren belangrijk, zo stelt TNS. Tezelfdertijd onderschrijft 36 procent de stelling dat een behandelaar die geen gebruik maakt van de financiële ruimte die de regels toelaten een dief van eigen portemonnee is. Echte fraude begint volgens behandelaars bij het in rekening brengen van extra behandeling zonder deze te geven of om meer tijd schrijven dan nodig is vanuit het oogpunt van declarabiliteit.
Aversie
TNS constateert dat de aversie tegen declaratieregelgeving, zoals die sinds 2014 van kracht is, groot is. Ruim negen van de tien behandelaars (93 procent) klaagt over hogere administratieve lasten sinds de invoering van DBC’s. Meer dan acht op de tien behandelaars (85 procent) geven aan dat de declaratieregels er voor zorgen dat ze nu minder tijd hebben voor hun patiënten. Ook heeft 78 procent het gevoel dat de regels gebaseerd zijn op wantrouwen en vindt 76 procent dat de regels de professionele expertise ondergraaft.
Een grote meerderheid van de behandelaars vindt de declaratieregels in de ggz ingewikkeld (85 procent). Bijna de helft (46 procent) geeft aan dit moeilijk tot zeer moeilijk te vinden. Behandelaars geven aan het lastig te vinden om de juiste DBC/DSM-codes bij hun diagnoses te vinden. Ook geven ze aan dat er frictie bestaat tussen de generalistische basis ggz en gespecialiseerde ggz bij het bepalen van de soort declaratie. Bovendien hebben behandelaars moeite met de hoeveelheid regels en de vele wijzigingen.
Verschillende eisen
Een belangrijke oorzaak voor de complexiteit en verwarring ligt volgens de behandelaars in het optreden van de zorgverzekeraars. Volgens de professionals geeft iedere zorgverzekeraar een eigen invulling aan de regelgeving. Ook hanteren ze verschillende tarieven en stellen ze wisselende administratieve eisen.
Bij wijze van aanbeveling stelt TNS dat de NZa helderder moet uitdragen wat wel en niet acceptabel is. Behandelaars moeten per beroepsgroep informatie kunnen krijgen over veranderingen in de regels. De aanbieders zelf moeten zorgen voor meer interne afstemming over kwesties als het wel of niet hanteren van gemiddeldes bij het tijdschrijven. Ook de interne communicatie hieromtrent en het interne toezicht op naleving kan beter.
Zorgverzekeraars moeten wat TNS betreft in gesprek om de wisselende eisen die zij stellen werkbaarder te maken voor de behandelaars. Ze moeten hun afwegingen toelichten zodat behandelaars zien dat zorgverzekeraars hier bewuste en verantwoorde keuzes in maakt. Ook hier geldt wat TNS dat de implicaties per beroepsgroep verheldert moeten worden.