Bij calamiteiten luisteren ziekenhuizen steeds vaker naar de patiënt. Dat blijkt uit de rapportages die de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) ontvangt. In 2015 gebeurde dat al bij vier van de vijf calamiteitenonderzoeken, zo maakte de inspectie onlangs bekend.
Eind 2013 riep de inspectie zorgaanbieders op om de patiënt en eventueel familie te betrekken in het onderzoek naar een calamiteit. Volgens de IGZ is dat belangrijk voor de kwaliteit van het onderzoek en voor de verwerking van wat er is gebeurd door de patiënt of nabestaanden.
Tijdsdruk
In 2013 van was het aantal rapportages waarin de patiënt was gehoord nog maar 15 procent, zo stelde de inspectie op een congres in Göteborg, waar Medisch Contact verslag van heeft gedaan. Daar zei inspecteur Ian Leistikow dat IGZ ziekenhuizen er ook structureel op aanspreekt als het patiëntperspectief ontbreekt.
Carla Veldkamp, manager kwaliteit, veiligheid en verantwoording bij Canisius-Wilhelmina Ziekenhuis, besprak de knelpunten die ziekenhuizen tegenkomen als ze patiënten betrekken bij een calamiteitenonderzoek. De belangrijkste is tijdsdruk. Het calamiteitenrapport moet binnen 8 weken bij de IGZ liggen.
Nazorg
De inspectie ziet wel dat een toenemend aantal ziekenhuizen de nazorg voor zorgverleners goed voor elkaar heeft. De kwaliteit van de calamiteitenrapportages wordt steeds beter.
Omdat ziekenhuizen steeds beter en op een meer vergelijkbare manier rapporteren, kan de inspectie betrouwbare en geanonimiseerde overzichten maken. Met ingang van 2016 wil de inspectie deze informatie periodiek gaan publiceren.