Gemeenten betalen aanbieders van jeugdzorg zo slecht dat ongeveer 40 procent in de gevarenzone zit. Bij 21 jeugdhulpaanbieders zijn de achterstanden opgelopen tot ruim 10 procent van de omzet. Door nog openstaande rekeningen kan het tekort bij de grote instellingen oplopen tot miljoenen.
Dit schrijft het Algemeen Dagblad (AD).
De samenwerkende organisaties voor jeugdhulp (BGJZ) hebben bij 144 jeugdzorgaanbieders gepolst of ze nog wel aan hun betalingsverplichtingen kunnen voldoen. Als het onderzoek naar de landelijke situatie wordt vertaald, lijden vier op de tien organisaties onder betalingsachterstanden van de gemeenten. De instellingen zwijgen uit angst dat de geldkraan wordt dichtgedraaid, aldus het AD. Uit een brief van Jeugdzorg Nederland, GGZ Nederland, Vereniging Gehandicaptenzorg Nederland en Vereniging Orthopedagogische BehandelCentra zou blijken dat er jeugdhulpaanbieders zijn die in acute nood verkeren.
Veel gemeenten overschrijden de redelijke betalingstermijn voor geleverde zorg van uiterlijk vier weken. De Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) erkent de problemen en zegt deze al te hebben zien aankomen. Het Rijk hevelde de verantwoordelijkheid voor jeugdzorg over naar de gemeenten in 2015. Gemeenten verstrekten in eerste instantie voorschotten aan jeugdzorgorganisaties, maar doen dat minder nu het overgangsjaar voorbij is. De zorgaanbieders wijten een groot deel van de problemen aan de administratieve rompslomp. Ze moesten fors meer personeel aannemen om contracten af te sluiten en achter het geld aan te zitten.