Zorgverleners voelen zich steeds vaker gedwongen anders te handelen dan zij voor de patiënt het best achten: vier op de vijf zegt minder of juist meer te behandelen dan zij als professional optimaal beschouwen. Bijna tweederde van de zorgverleners ervaart grote tot zeer grote druk van zorgverzekeraars, een kwart van familie van de patiënt en een vijfde van de patiënt zelf. De belangrijkste reden om toe te geven aan de druk is om patiënten het gevoel te geven dat het maximale is gedaan (67 procent).
Dit blijkt uit onderzoek naar defensieve zorgverlening onder bijna 1200 zorgverleners, in opdracht van de VvAA, ledenorganisatie voor zorgprofessionals. Volgens VvAA brengt defensieve zorgverlening risico’s voor de kwaliteit en de betaalbaarheid van de gezondheidszorg met zich mee. Defensieve zorgverlening houdt in dat zorgverleners andere zorg leveren dan zij volgens hun beroepseer nodig achten. Hiervan is sprake bij druk van patiënten en hun familie, maar ook van bijvoorbeeld zorgverzekeraars en de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ).
Vooral huisartsen voelen druk om andere zorg te verlenen datn zij voor de patiënt het beste achten. Maar liefst 97 procent van hen zegt dat zij die druk voelen van patiënten, familie en ‘derden’, zoals zorgverzekeraars en de IGZ. Tandartsen zeggen de druk het minst te voelen: 70 procent. Voor alle zorgverleners bij elkaar geldt dat 80 procent zegt wel eens anders te handelen als gevolg van druk van patiënten, familie of derden.
De grootste druk wordt ervaren vanuit de zorgverzekeraars; 63 procent van de respondenten geeft aan veel of zeer veel te ervaren. Paramedici en tandartsen (78 procent) geven dit relatief het meest frequent aan. Ook vanuit de Inspectie voor de Gezondheidszorg (28 procent) wordt druk ervaren. Met name tandartsen (45 procent) stellen vaak dat deze druk groot of zeer groot is. Van directe collega’s wordt de minste druk ervaren. Slechts 7 procent bestempelt deze druk als groot.
Wel stelt 29 procent van de medisch specialisten veel of zeer veel druk vanuit het management te ervaren.
Zorgprofessionals ervaren niet alleen druk van derden. Ook vanuit de patiënt en zijn familie wordt druk ervaren.
24 procent van de respondenten geeft aan dat de druk vanuit de familie van de patiënt groot of zeer groot is. Voor de druk vanuit de patiënt zelf ligt dit percentage op 22 procent. Met name huisartsen en medisch specialisten ervaren
een grote druk van de patiënt en diens familie. Paramedici beoordelen de druk in de directe relatie met de patiënt als
het laagst. Meer dan de helft van de ondervraagden (59 procent) stelt dat de druk vanuit patiënten en familie om niet volgens de beroepseer te handelen, de afgelopen jaren is toegenomen.
Claimcultuur
De VVaA vindt het “zorgwekkend” dat zorgverleners steeds meer druk ervaren en als gevolg hiervan wel eens anders handelen dan zij volgens hun professionele inzicht wenselijk achten. “Meer is namelijk niet per definitie beter. Overbehandelen brengt risico’s met zich mee.” De ledenorganisatie vindt dat een zorgverlener autonoom een oordeel moet kunnen vellen. Dit oordeel moet in eerste instantie gericht zijn op het belang van de patiënt én gebaseerd zijn op professioneel medisch inzicht.
Op de persoon toegesneden kwalitatief goede zorg vereist volgens de VvAA meer dan het enkel correct toepassen van protocollen. “Angst is hierbij een slechte raadgever en dat geldt ook voor meeste ge- en verboden.” Specifiek voor zorgprofessionals geldt dat zij werken in situaties waar anderen in sterke mate van hen afhankelijk zijn en waar het kan gaan over leven en dood. De vertrouwensrelatie met de patiënt moet leidend zijn. “Op het moment dat zorgverleners druk ervaren om aan risicomijding te gaan doen en daarom andere zorg te leveren dan vanuit hun medisch inzicht gewenst is, brengt dit de kwaliteit van de zorg in gevaar.”