Zorgverzekeraars in Nederland concurreren nog onvoldoende met elkaar. Bovendien zouden er meer nieuwe aanbieders bij moeten komen om het zorgaanbod voor consumenten te verbeteren. Dat concludeert de Autoriteit Consument & Markt (ACM) in een tussenrapportage over concurrentie tussen zorgverzekeraars.
“Goede en betaalbare zorg is van belang voor alle consumenten. Concurrentie tussen zorgverzekeraars betekent dat er voor consumenten iets te kiezen valt. We denken dat daarin nog wel wat te verbeteren is”, zegt Chris Fonteijn, bestuursvoorzitter van ACM.
Hindernissen
Nu hebben de vier grote zorgverzekeraars, CZ, VGZ, Menzis en Achmea, zo’n 90 procent van de markt in handen. Volgens ACM zijn er sinds 2006 geen nieuwe zorgverzekeraars bijgekomen. Dit wordt mogelijk veroorzaakt doordat er te veel hindernissen zijn voor nieuwe aanbieders om de zorgverzekeringsmarkt te betreden.
Volgens de toezichthouder is bijna 70 procent van de verzekerden nog nooit overgestapt. Dat komt mogelijk doordat consumenten door de bomen het bos niet meer zien, als gevolg van de grote hoeveelheid polissen waarbij de verschillen moeilijk te achterhalen zijn. “Dan is het lastig voor consumenten om de beste keuze te maken, en op die manier de concurrentie tussen zorgverzekeraars te stimuleren”, stelt ACM.
De concurrentiewaakhond gaat onderzoeken welke toetredingsdrempels geslecht kunnen worden voor nieuwe aanbieders. Ook wordt gekeken hoe het aanbod van zorgverzekeraars duidelijker gemaakt kan worden. (ANP)