Betere nazorg na een acute ziekenhuisopname kan de sterfte onder kwetsbare ouderen met een kwart omlaag brengen. Dat stelt hoogleraar ouderengeneeskunde Sophia de Rooij van het Universitair Medisch Centrum Groningen (UMCG).
Het gaat vooral om kwetsbare tachtigplussers die na een opname voor longontsteking of een delier weer terug naar huis gaan. Zonder nazorg overlijdt ruim 30 procent binnen honderd dagen. Als ze thuis nazorg van een wijkverpleegkundige krijgen, dan is de sterfte een kwart lager. Toch krijgen veel ouderen deze begeleiding niet, zegt De Rooij in dagblad Trouw. Van de circa honderd Nederlandse ziekenhuizen hebben er nu 29 een samenwerkingsovereenkomst met de wijkverpleging. De andere ziekenhuizen sturen hun patiënten naar huis met de boodschap dat ze bij vragen altijd kunnen bellen.
Ontreddering
Veel patiënten zijn ontredderd, zo laat een grote studie van De Rooij en haar AMC-collega Bianca Buurman onder bijna 700 ouderen zien. “Zij zitten ineens thuis met nieuwe medicijnen en papieren, hun huisarts weet er nog niet zoveel van, over tien dagen moeten ze op controle, maar ze weten niet of hun dochter dan kan rijden”, schetst De Rooij de situatie van ouderen na een acute ziekenhuisopname.
Juist in deze situatie biedt de wijkverpleegkundige uitkomst, door de vinger aan de pols te houden, het medicijngebruik te checken en waar nodig de huisarts, de specialist, de thuiszorg en de mantelzorgers in te schakelen. De extra zorg leidt niet tot een betere gezondheid of een sneller herstel. Alle onderzochte ouderen hadden in dezelfde mate last van ‘functieverlies’.
Toch heeft de inzet van de wijkverpleegkundige aantoonbaar effect op de sterfte. “Als de wijkverpleegkundige zestien ouderen bezoekt, voorkomt ze één sterfgeval”, becijfert De Rooij. “Zo stel je onnodige, ontijdige sterfte uit op een manier die ook nog eens heel goedkoop is: een wijkverpleegkundige kost 60 euro per uur, inclusief overhead. Maal drie is 180 euro per patiënt.”
Eigen straat
Om de zorg voor kwetsbare ouderen te verbeteren is de samenwerking tussen ziekenhuis en wijkverpleging opgenomen in het Nationaal Programma Ouderenzorg. Dat veel ziekenhuizen toch nog geen de nazorg bieden, komt volgens De Rooij doordat “we allemaal in onze eigen straat werken. Een arts denkt: als de patiënt medisch uitbehandeld is, is hij klaar.”