De inspecties Jeugdzorg, Gezondheidszorg, Onderwijs, Sociale Zaken en Werkgelegenheid en Veiligheid en Justitie intensiveren hun samenwerking en verbreden deze naar het sociaal domein. Vanuit een integrale visie willen de vijf samenwerkende rijksinspecties bijdragen aan “maximale resultaten voor kwetsbare burgers”. Omdat dit volgens hen ook goede afstemming met lokale toezichthouders vergt, maken zij hierover momenteel afspraken met hen.
De samenwerkende inspecties kondigen dit aan de Meerjarenvisie Toezicht Sociaal Domein, waarin ze hun gezamenlijke voornemens voor het integraal toezicht in de jaren 2016-2019 presenteren.
De rijksinspecties hebben de afgelopen jaren binnen Samenwerkend Toezicht Jeugd nauw samengewerkt bij het toezicht op het jeugddomein. Vanaf dit jaar intensiveren zij deze samenwerking en verbreden deze naar het sociaal domein. Naar hun mening vragen de decentralisaties in het sociaal domein van hen namelijk een meer sectoroverstijgende (integrale) aanpak die zo goed mogelijk aansluit op de uitvoeringspraktijk en de wijze waarop resultaten voor burgers worden gerealiseerd.
Oordeel over kwaliteit
De belangrijkste functie van het rijkstoezicht is het geven van een onafhankelijk oordeel over de kwaliteit van de dienstverlening – zorg, hulp, ondersteuning en bemoeienis. Dit doen de rijksinspecties door toezicht te houden op de naleving van wettelijke eisen. De inspecties geven hun oordeel zodat uitvoerende partijen en professionals, maar ook beleidsverantwoordelijken op landelijk en gemeentelijk niveau, de “gewenste verbeteringen” kunnen doorvoeren.
Als uitvoerende partijen zich niet houden aan de wettelijke regels, dan kunnen de daartoe bevoegde inspecties binnen het sociaal domein handhavend optreden. Tegelijkertijd is het volgens de inspecties zo dat als op basis van rijkstoezicht blijkt dat wet- en regelgeving en de inrichting van het stelsel tot ongewenste effecten leidt, waardoor kwetsbare burgers geen verantwoorde zorg en ondersteuning krijgen, het de verantwoordelijkheid van rijk en gemeenten is om aanpassingen door te voeren.
De rijksinspecties vinden het “van groot belang” dat er een goede verbinding tot stand komt tussen het rijkstoezicht uitgevoerd door de vijf inspecties en het gemeentelijk toezicht. In veel gemeenten is het gemeentelijk toezicht in het kader van de Wmo 2015 nog in ontwikkeling, stellen de inspecties. “Toezicht houden is een vak en de samenwerkende inspecties zien het dan ook als hun taak om een bijdrage te leveren aan de totstandkoming van robuust toezicht op gemeentelijk niveau.”
Informatievoorziening
De inspecties kunnen op verschillende manieren bijdragen aan toezicht op gemeentelijk niveau, bijvoorbeeld door middel van informatievoorziening. De gemeentelijke toezichthouder houdt onder meer toezicht naar aanleiding van klachten van burgers en incidenten, of toezicht uit eigen beweging. Bij die laatste vorm van toezicht baseert de gemeentelijk toezichthouder zich veelal op een risicoanalyse van de aard en omvang van risicovolle groepen binnen het sociaal domein van de gemeente. De inspecties kunnen informatie leveren aan gemeentelijke toezichthouders over de kenmerken, kwetsbaarheid en kwaliteit van geboden zorg en ondersteuning aan bijvoorbeeld mensen met chronische psychiatrische problematiek.
Volgens de inspecties is met name bij calamiteiten een goede verbinding tussen de toezichthouders op verschillende bestuurslagen van belang. In het kader van de Jeugdwet hoort een jeugdhulpaanbieder een calamiteit te melden bij de inspecties Jeugdzorg en Gezondheidszorg en Veiligheid en Justitie. Verzoeken van gemeenten waarbij sprake is van een calamiteit, maar geen betrokkenheid van onder (rijks)toezicht staande partijen, zullen in de meeste gevallen niet leiden tot een calamiteitenonderzoek door de samenwerkende inspecties. Die betrekken in deze gevallen in hun afweging nadrukkelijk wel de vraag of het mogelijk aan benodigde zorg en ondersteuning heeft ontbroken (er werd bijvoorbeeld geen jeugdhulp geboden maar dat had wellicht wel het geval moeten zijn), waardoor het uitvoeren van een calamiteitenonderzoek alsnog aangewezen is.
Bij calamiteiten kunnen het rijkstoezicht vanuit de Jeugdwet en het gemeentelijk toezicht op basis van de Wmo 2015 elkaar soms raken, volgens de samenwerkende inspecties. Het kan bijvoorbeeld voorkomen dat hulpverleners van zowel organisaties die onder rijkstoezicht vallen (zoals de jeugdgezondheidszorg), als hulpverleners die onder gemeentelijk toezicht vallen (bijvoorbeeld maatschappelijke opvang), zorg en ondersteuning hebben verleend aan een gezin. De samenwerkende inspecties zullen in deze gevallen altijd in overleg met de gemeente en gemeentelijk toezichthouders afstemmen en waar mogelijk gezamenlijk optrekken.
—
Mag Skipr u iets vragen?
Help ons om u nog beter te bedienen. Doe nu mee aan het Skipr lezersonderzoek. Het duur maar 7 minuten. Uw feedback gaan we inzetten om verbetering en vernieuwing door te voeren. Doe nu mee aan het lezersonderzoek >>>