Zorgbestuurders vinden dat regels en sancties tekort schieten om integriteit binnen organisaties te bevorderen. Zij zien meer in op waarden gerichte benaderingen. Dit brengt hen in een ongemakkelijke spagaat, want tegelijkertijd rekent de buitenwereld bestuurders nu juist af op controle en regels.
Dit komt naar voren in het signalement naar de integriteit in zorgorganisaties, van het Centrum voor Ethiek en Gezondheid (CEG), een samenwerkingsverband van de Gezondheidsraad en de Raad voor Volksgezondheid en Samenleving.
Voor het signalement heeft het CEG zorgbestuurders geïnterviewd. Bij het bespreken van de thema’s rond integriteit viel het op dat integriteit een moreel beladen begrip is, volgens het Centrum. “De maatschappelijke veroordeling van gedrag dat wordt aangemerkt als oninteger is sterk en er wordt vaak op de man gespeeld. Wat hierbij niet helpt, is dat integriteit in het publieke debat wordt gebruikt als antoniem voor fraude en ander regelrecht wangedrag. De angst om daarmee te worden geassocieerd, weerhoudt bestuurders ervan Integriteit in zorgorganisaties om hardop te spreken over wat zij zelf associëren met integriteit, namelijk worstelen met complexe belangenafwegingen in grijze gebieden waarin de integere handelwijze niet van te voren vast staat.”
Enthousiasme
De geïnterviewde zorgbestuurders zijn volgens het CEG genuanceerd over de invloed die ze hebben op de integriteit in hun instelling. Manieren om integriteit te bevorderen kunnen worden onderverdeeld in benaderingen die zich meer op regels richten en benaderingen die zich meer op waarden richten. De geïnterviewden gaven aan dat in hun instelling regels zijn geformuleerd en dat er waar nodig sancties worden getroffen, maar zij benadrukten dat een aanpak die alleen op regels gericht is tekortschiet. “Op waarden gerichte benaderingen kunnen op meer enthousiasme rekenen”, aldus het CEG.
Uit de gesprekken met bestuurders maakt het CEG op “dat er in bijna alle instellingen wel in enige vorm integriteitsbeleid wordt gevoerd”. Eén van de geïnterviewde bestuurders zegt dat er binnen zijn instelling een commissie integriteit en fraude is die het beleid uitwerkt: wat verstaan we onder integriteit, welke regels moeten daarvoor gelden, hoe gaan we daarmee om en hoe maken we het bespreekbaar? “Op basis van de interviews hebben we echter het beeld dat de meeste zorginstellingen eerder losse werkwijzen en methoden hanteren, dan dat zij een samenhangend integriteitsbeleid hebben geformuleerd.”
Valkuilen
Er bestaat geen eenduidige definitie van het begrip integriteit, constateert het CEG. “Wij signaleren twee valkuilen bij het gebruik van de term. De ene valkuil is dat het begrip zo breed wordt ingevuld dat het zijn betekenis verliest. De andere valkuil is dat het wordt versmald tot antoniem van fraude of tot het volgen van de regels, waarmee de betekenis van integriteit als deugdzaam handelen verloren gaat. Integriteit wordt vaak dichotoom voorgesteld, maar er zijn vele schakeringen tussen volledig integer en volledig oninteger.”
Het CEG definieert integriteit als “een gelaagde persoonlijke eigenschap met vier componenten: betrouwbaarheid, deugdzaamheid, authenticiteit en reflectie”. Integer handelen heeft volgens het Centrum een “situationeel en dynamisch karakter”. “Dit impliceert dat bestuurders van zorgorganisaties genoodzaakt zijn om zich te verhouden tot verschuivende opvattingen over integriteit.”
De geïnterviewde bestuurders wijzen situaties aan waarin de integriteit in zorgorganisaties regelmatig onder druk komt te staan, namelijk: botsende belangen en verwachtingen, omgaan met fouten, beloning van bestuurders, perverse systeemprikkels en groepsdruk. In de eerste drie situaties gaat het om het worstelen met integriteit in ‘grijze gebieden’: de integriteit staat onder druk omdat het niet helder is wat de integere handelwijze is. De betrokkenen moeten daarin zelf een afweging maken. In de laatste twee situaties bestaan er op zich heldere normen of regels over wat de integere handelwijze is, maar komt men in de verleiding om daarvan af te wijken.
Grijze gebieden
De zorgbestuurders die het CEG heeft gesproken, geven de voorkeur aan een op waarden gebaseerde benadering. “Deze benadering kan uitkomst bieden in situaties met grijze gebieden, waar regels of waarden conflicteren.” Maar het gesprek over deugdzaam handelen in het licht van complexe afwegingen en over op waarden gebaseerde benaderingen om integriteit te bevorderen, ziet het CEG in het publieke debat “nauwelijks” terug. “Dat is jammer omdat regels slechts een ondergrens bieden.”
Het CEG stelt de vraag of betrokkenen niet ambitieuzer moeten zijn en het debat aangaan over de grijze gebieden waarin integriteit onder druk komt te staan. Omdat het van belang is dat de dialoog over integriteit in zorgorganisaties “op genuanceerde en onbevooroordeelde wijze” wordt gevoerd, gaat het CEG gaat naar aanleiding van het signalement enkele dialoogbijeenkomsten organiseren over dilemma’s waar verschillende vragen rond integriteit in het geding zijn.
Kritische noten
De auteurs van het signalement, onder wie Pauline Meurs, plaatsen kritische noten bij het online portal Raadpleging Integriteit Zorgaanbieders dat Zorgverzekeraars Nederland heeft laten ontwikkelen. In hun blog op Skipr.nl schrijven ze dat ZN integriteit versmalt tot bevoegdheid en financiële betrouwbaarheid. “Zij zijn hiermee zeker geen uitzondering: er is sprake van een brede tendens in het debat om alle nuances met betrekking tot integriteit te laten varen.” Een gebrek aan integriteit wordt volgens de auteurs aangewezen als oorzaak van incidenten. De vermeende oplossing is dat allerlei instellingen integriteitsbeleid gaan ontwikkelen. Maar integriteit is “helemaal geen eendimensionaal fenomeen” en ook niet vast te stellen “met een druk op de knop”.