Wilsonbekwaamheid en afgenomen communicatieve vaardigheden maken het uitvoeren van euthanasie bij mensen met gevorderde dementie problematisch, zelfs als er sprake is van een eerder opgestelde wilsverklaring. Voor artsen is het vaak moeilijk om vast te stellen of er sprake is van ondragelijk lijden.
Dat blijkt uit een onderzoek van onder meer Arie Nieuwenhuijzen Kruseman, emeritus hoogleraar interne geneeskunde aan de Universiteit Maastricht, waarover Medisch Contact deze week publiceert. Om die reden komt euthanasie in dergelijke gevallen zelden voor.Kruseman en zijn medeonderzoekers bestudeerden de dossiers van 26 wilsonbekwame dementiepatiënten met een schriftelijke wilsverklaring die tussen maart 2012 en mei 2015 waren aangemeld bij de Stichting Levenseindekliniek (SLK). Bij al deze patiënten was het verzoek tot hulp bij levensbeëindiging ingediend door een gemachtigde.
Niet bevestigd
Uit de onderzochte gespreksverslagen bleek dat de SLK geen van de 26 euthanasieverzoeken heeft gehonoreerd, ondanks de aanwezigheid van een schriftelijke wilsverklaring. De SLK constateerde dat met alle 26 dementiepatiënten verbale of non-verbale communicatie mogelijk was, maar 25 dementerenden konden of wilden de eerder op schrift gestelde euthanasiewens niet bevestigen. Een patiënt deed dat wel, maar achtte euthanasie (nog) niet aan de orde.
Volgens de SLK was bij één van de 26 patiënten sprake van ondraaglijk lijden. Deze persoon at en dronk niet meer, had hallucinaties en gilde bij de verzorging. Bij de overige patiënten was naar het oordeel van de SLK geen sprake van ondraaglijk lijden, ongeacht of betrokkenen deze situatie eerder ondraaglijk hadden genoemd.
Uitvoerbaar
In totaal meldden zich in de onderzochte periode 197 patiënten met dementie bij de SLK. Vijfendertig van hen waren wilsonbekwaam, negen hadden geen schriftelijke wilsverklaring. Kruseman en zijn collega’s stellen op basis van de 26 onderzochte casussen dat het voor de arts moeilijk is te bepalen wanneer de uitzichtloze en ondraaglijke toestand is bereikt als de patiënt dat zelf niet meer kan toelichten. Ook wordt het inwilligen van een euthanasieverzoek lastig als de patiënt zich de inhoud van de wilsverklaring niet meer herinnert, de eerdere euthanasiewens ontkent of zegt dat hij het leven nog fijn vindt.
Van een arts mag niet worden verwacht, zo stellen de onderzoekers, dat hij een euthanasieverzoek honoreert als hij niet overtuigd is van het ondraaglijk lijden van de patiënt of als de patiënt euthanasie afwijst, ongeacht zijn eerder opgestelde schriftelijke wilsverklaring. De gangbare praktijk is dat euthanasie bij dementie uitvoerbaar is in de beginfase van de ziekte, als de patiënt het verzoek zelf nog kan formuleren en toelichten.