Het overleg tussen de ziekenhuizen en de werknemerspartijen over de pensioenaftopping heeft nog niet geleid tot een akkoord. De NVZ zegt met een laatste voorstel een ‘uiterste poging’ te hebben gedaan om tot een afspraak te komen met de Landelijke vereniging van Artsen in Dienstverband (LAD), Federatie Medisch Specialisten (FMS) en werknemersorganisatie FBZ, maar zij hebben dit voorstel afgewezen.
Bij de totstandkoming van de Arbeidsovereenkomst Medisch Specialisten in 2014 was al overeengekomen om de vrijvallende werkgeverspremie minus de (toen nog niet bekende) overheidskorting uit te geven aan een tegemoetkoming. De NVZ wilde 45 procent van het werkgeversdeel van de pensioenpremie terugbetalen, tot het einde van de looptijd van de cao. Onacceptabel, oordeelden de werknemerspartijen. Volgens de LAD verwierpen medisch specialisten en andere artsen het voorstel ‘en masse’ tijdens informatiebijeenkomsten.
Het tegenvoorstel van de werknemerspartijen: een structurele teruggave van het werkgeversdeel van de pensioenpremie van 100 procent. LAD, FMS en FBZ willen een volledige compensatie op het premieniveau van 2014, dat hoger ligt dan in 2015 – het jaar waarin de premies vrijvallen. Ook willen ze de garantie dat bij een toekomstige verdere verlaging van de aftoppingsgrens dezelfde maatregelen worden genomen. Tenslotte willen de clubs aanvullend een extra compensatie voor deeltijders.
Niet acceptabel
Dit alles vindt de NVZ op haar beurt niet acceptabel. “Het voorstel leidt tot extra kosten die niet gedekt worden door de vrijvallende werkgeverspremies die de ziekenhuizen daadwerkelijk ontvangen. Bij uitvoering moeten deze extra kosten worden betaald door de patiënten of door de medewerkers met een inkomen onder de 100.000 euro. Deze consequentie, met mogelijk een verlies aan enkele honderden arbeidsplaatsen, wil de NVZ niet voor haar rekening nemen.”
Vanuit het uitgangspunt ‘de ziekenhuizen hoeven er niet beter van te worden maar ook niet slechter’ heeft de NVZ de vakbonden een uiterst voorstel gedaan. In dit voorstel geven de ziekenhuizen alle middelen die vrijkomen (werkgeverspremies minus het deel dat de overheid inneemt) uit aan de tegemoetkoming. Dit komt neer op een jaarlijkse tegemoetkoming van 6,25 procent over het pensioengevend inkomen boven de 100.000 euro. Dat is meer dan de helft van het vrijvallende werkgeversdeel in de pensioenpremie. De NVZ wil dit overeenkomen voor 2015 en 2016, om later met de vakbonden afspraken te maken over de vorm waarin dit nadien gecontinueerd kan worden.
Omdat de werknemersclubs niet akkoord zijn gegaan met het meest recente voorstel van de ziekenhuizen, wil het NVZ-bestuur zich vrijdag beraden op de uitkomst van de onderhandelingen en te nemen vervolgstappen.