Een nieuwe beoordelingsmethode in de screening van borstkanker kan ervoor zorgen dat er meer kankers tijdig worden ontdekt, en dat minder vrouwen onterecht worden doorverwezen voor vervolgonderzoek. Dit concludeert Lisa Klompenhouwer in haar onderzoek waarmee zij is gepromoveerd aan het Maastricht UMC+ en het Catharina Ziekenhuis in Eindhoven.
De screeningsmethode die wordt gebruikt is gebaseerd op mammografie, oftewel een röntgenfoto van de borst. De beelden die worden gemaakt, worden altijd bekeken door twee radiologen. Bij een verdenking van een tumor wordt de vrouw doorverwezen voor vervolgonderzoek. Via bijvoorbeeld een weefselbiopt, een echo of MRI-scan wordt vervolgens bepaald of het verdachte beeld daadwerkelijk borstkanker is. Bij meer dan tweederde van de vrouwen die worden doorverwezen blijkt uiteindelijk echter niets aan de hand te zijn. Om de efficiëntie van de borstkankerscreening te vergroten onderzocht de promovendus hoe de beoordeling van een mammogram kan worden geoptimaliseerd.
Uit het promotieonderzoek van Klompenhouwer blijkt dat de meeste kankers worden ontdekt als de twee radiologen niet van elkaar weten wat ieders oordeel is, ook wel een blinde beoordeling genoemd. Nadeel daarvan is dat er op die manier ook meer onterechte verwijzingen plaatsvinden. “Dat kan echter weer worden verholpen door het oordeel van een derde, onafhankelijke radioloog”, zegt Klompenhouwer. “Dat geldt voor de gevallen als de twee radiologen het niet eens zijn over een verwijzing en waarbij een laag risico op kanker is.”
Door de beoordelingstrategie op deze manier te optimaliseren kunnen er zo’n zevenhonderd kankers per jaar extra tijdig worden ontdekt en kan worden voorkomen dat bijna negenhonderd vrouwen onterecht worden doorverwezen voor vervolgonderzoek. “Ieder mammogram dat juist wordt beoordeeld is pure winst en voorkomt onder andere veel stress en onrust”, besluit Klompenhouwer.