Het Rijk had voordat de decentralisatie inging, de administratieve inrichting van de stelselwijziging moeten voorbereiden, zegt aanbestedingsjurist en advocaat Tim Robbe in Binnenlands Bestuur. “Nu zie je dat gemeenten allemaal hun eigen voorwaarden voor toegang, administratie en bekostiging inrichten. Die had je gewoon centraal kunnen organiseren, om vervolgens gemeenten beleidsinhoudelijk en contractueel meer speelruimte geven voor het regisseren van maatwerk.”
Robbe begeleidde als consultant gemeenten bij de aanbesteding van de huishoudelijke hulp en bij het sluiten van contracten voor de Wet maatschappelijke ondersteuning en de Jeugdzorg. Hij bekritiseert de manier waarop de decentralisaties in het sociale domein zijn ingevoerd: “In het sociaal domein is de democratie min of meer kaltgestellt. Cliënten moeten niet zeuren, zorgaanbieders moeten niet mekkeren en gemeenten moeten niet drammen. De zwakkeren in onze samenleving trekken aan het kortste eind.” Een gevolg hiervan is, bijvoorbeeld, dat het naar zijn mening voor ouders moeilijker is geworden om de beste jeugdzorg voor hun kinderen te krijgen.
Robbe vindt dat het Rijk van tevoren de administratieve inrichting van de stelselwijziging had moeten voorbereiden. De discussies gaan volgens hem nu vooral over het regelen van de verantwoording, de facturatie, de gegevensuitwisseling en de privacy. “En waar al versimpeld wordt, doen gemeenten dat weer op hun eigen manier. De administratieve lasten blijven zo hetzelfde of worden hoger, en te boeken overhead- en efficiencywinsten worden zo goeddeels teniet gedaan.”
Innovatie
Gemeenten hebben volgens de jurist bij het inkopen liefst te maken met zo weinig mogelijk zorgaanbieders, uit vrees een teveel aan relaties niet te kunnen managen en controleren. Of ze versimpelen de zorg zonder te kijken naar wat moet worden gedaan om de beoogde resultaten mogelijk te maken. Gemeenten die hun inkoopvoorwaarden in het sociale domein dicht spijkeren, bewijzen zichzelf, zorgaanbieders, en vooral zorgvragers een slechte dienst, aldus Robbe. Volgens hem moeten gemeenten niet vooraf het aantal aanbieders beperken: “Dat zal zich op termijn uitkristalliseren tot er een bepaald evenwicht komt in de behoefte en het aanbod. Pas dan kan de beoogde innovatie plaatsvinden.”