Er zijn grote verschillen tussen gemeenten in de financiële tegemoetkomingen voor zorgbehoevende ouderen. Dit meldt Unie KBO op basis van eigen onderzoek naar de gemeentelijke vergoedingen voor mensen met hoge zorgkosten.
Sinds januari 2015 compenseren gemeenten voor het afschaffen van de Wet tegemoetkoming chronisch zieken en gehandicapten (Wtcg) en de compensatie eigen risico (CER). Hoe ze de compensatie invullen, mogen ze zelf weten. Uit het onderzoek van Unie KBO onder veertig gemeenten blijkt dat de verschillen zo groot zijn dat die kunnen oplopen tot wel 900 euro per jaar. De ouderenorganisatie noemt de uitkomsten ‘verontrustend’. Tussen gemeenten zijn er niet alleen grote verschillen in hun voorzieningen, maar ook in de informatie die ze verschaffen aan hulpbehoevende inwoners. Informatie is vaak lastig te vinden en lastig te doorgronden, aldus Unie KBO.
Gemeenten zijn niet verplicht om een maatwerkvoorziening voor individuele inkomens-ondersteuning in te voeren. Een aantal gemeenten compenseert de kosten van zorg via de individuele bijzondere bijstand. Veel ouderen die in 2014 nog in aanmerking kwamen voor de regelingen, worden volgens Unie KBO nu niet meer gecompenseerd omdat hun inkomen of spaargeld net boven de door de gemeente gestelde inkomensgrenzen ligt. Dit leidt volgens de ouderenorganisatie tot een ‘forse koopkrachtdaling’ voor deze groep ouderen.
Een ander knelpunt is het aanvragen van bijzondere bijstand. Veel ouderen schamen zich hiervoor. Manon Vanderkaa: “Zij moeten hun hele privé-situatie aan een ambtenaar toelichten. Dat doe je niet snel, zeker niet in een gemeente waar iedereen elkaar kent. De kans is groot dat veel ouderen deze bijstand niet gaan aanvragen, ondanks dat zij recht hebben op geld.”
Compensatie
“Monitoring is nodig”, zegt directeur Manon Vanderkaa. “Gemeentes moeten via de Wmo aanvullende inkomensondersteuning bieden ter compensatie van het afschaffen van de Wtcg en de CER. Helaas is er fors op het totale budget bezuinigd en kregen de gemeenten veel minder geld om deze taak over te nemen. Bovendien is het budget dat de gemeenten krijgen niet geoormerkt, zodat het geld ook aan andere zaken uitgegeven kan worden. Staatssecretaris Van Rijn heeft aan de Kamer toegezegd te gaan monitoren. De signalen die wij krijgen en onze eigen steekproef geven reden genoeg om dit snel te gaan doen.”