De tijdelijke regeling waarmee het kabinet de problemen rond privacy in de jeugdzorg wil oplossen, leidt volgens artsenorganisatie KNMG ’terecht tot veel vragen en bezorgdheid’. Om zorgvuldig om te gaan met persoonsgegevens moeten gemeenten voldoen aan normen voor informatiebeveiliging in de zorg, maar volgens de KNMG is dit vooralsnog niet gegarandeerd.
Staatssecretaris Martin van Rijn (VWS) maakte deze week een tijdelijke regeling bekend om de privacy van minderjarigen in de jeugdzorg te waarborgen. Gemeenten moeten de rekening van de psychiatrische hulp aan een jongere ook betalen als ouders de diagnose niet op het declaratieformulier willen zetten. Ambtenaren willen informatie over het ziektebeeld van jeugdige patiënten, voordat ze de rekening goedkeuren. De tijdelijke regeling geldt zolang Van Rijn nog werkt aan een wet waarin de gegevensuitwisseling bij declaraties van jeugdhulp wordt geregeld.
De KNMG erkent dat de tijdelijke regeling voorziet in de “juridische reparatie van een privacyprobleem in de Jeugdwet”. De regeling geeft jeugdhulpverleners de juridische grondslag om persoonsgegevens, die zij voorheen op hun declaraties aan de zorgverzekeraars vermeldden, nu naar de gemeente te sturen. De tijdelijke regeling waarborgt dat er niet méér gegevens worden uitgewisseld dan voorheen, toen de Jeugd-ggz nog onder de Zorgverzekeringswet en AWBZ viel.
Informatiebeveiliging in de zorg
“De vraag is of de gemeente voldoende is toegerust om zorgvuldig, veilig en vertrouwelijk met deze persoonsgegevens om te gaan”, aldus de KNMG. Omdat gemeenten sinds januari 2015 persoonsgegevens over iemands gezondheid ontvangen, is het van groot belang dat zij ook voldoen aan de eisen die hieraan worden gesteld in de Wet Bescherming Persoonsgegevens. Hierbij moeten zij ook voldoen aan de bestaande normen voor ‘informatiebeveiliging in de zorg’. Dit is volgens de KNMG “vooralsnog niet gegarandeerd”.
Onder de Zorgverzekeringswet en de AWBZ waren de zorgverzekeraars, volgens KNMG, gehouden aan strenge regels met betrekking tot de omgang met persoonsgegevens. Die mochten alleen worden gebruikt voor betaling van facturen en controle op de rechtmatigheid van de geleverde zorg. De behandeling van persoonsgegevens over iemands gezondheid was in beginsel toegewezen aan medisch adviseurs die gehouden zijn aan het medisch beroepsgeheim.
“Op dit moment ontbreekt het aan dergelijke aanvullende regelgeving voor gemeenten.” De KNMG dringt hier op aan, evenals veel andere partijen in het veld. In het verleden pleitte de artsenorganisatie, in het kader van wetsvoorstel Wmo2015, voor het aanstellen van medisch adviseurs: sociaalgeneeskundig opgeleide artsen met een zelfstandig medisch beroepsgeheim, die als enigen binnen de gemeente met persoonsgegevens mogen omgaan. Overigens wijst de KNMG erop dat gemeenten ook nu al wettelijk verplicht zijn om persoonsgegevens goed te beveiligen.