De wijkverpleegkundige zorg is zodanig versnipperd dat dit een knelpunt vormt in de samenwerking tussen huisarts, wijkverpleegkundige en apotheker. Het kabinet moet in de wijkverpleegkundige bekostiging een mogelijkheid inbouwen voor landelijke opschaling van bewezen lokale, gezamenlijke initiatieven. Dit schrijft Gerben Klein Nulent, voorzitter van apothekersorganisatie KNMP, in een brief die hij aan de Tweede Kamer heeft gestuurd.
In een wijk zijn vaak meerdere thuiszorgorganisaties gevestigd en patiënten zien verschillende verpleegkundigen. “Deze versnippering doet afbreuk aan de samenwerking tussen de huisartsen, wijkverpleegkundigen en apothekers”, stelt Klein Nulent. De KNMP pleit in de brief aan de Kamer daarom voor één herkenbaar en constant wijkverpleegkundig aanspreekpunt in de wijk, om zo in de driehoek huisarts-wijkverpleegkundige-apotheker de zorg voor de patiënt af te stemmen.
In grote steden kan dit moeilijk te realiseren zijn, omdat de variëteit aan thuiszorginstanties daar enorm is. De KNMP pleit daarom ook voor eenduidige en uitvoerbare afspraken tussen de huisarts, wijkverpleegkundige en apotheker die de samenwerking in de eerste lijn gestalte geven. In kleine steden bestaan al enkele best practices die concreet invulling geven aan de samenwerking tussen huisarts, thuiszorg en apotheker. De KNMP ziet graag dat dat deze initiatieven landelijk navolging krijgen. Daarom roept de KNMP het kabinet op om hiervoor ruimte te vinden binnen de nieuwe wijkverpleegkundigebekostiging.