De Nederlandse Vereniging van Ziekenhuizen (NVZ) gaat meer meedenken over oplossingen voor de pensioenaftopping voor medisch specialisten. De Landelijke vereniging Artsen in Dienstverband (LAD) en de Federatie Medisch Specialisten (FMS) vonden dat de ziekenhuisvereniging dit onvoldoende deed en riepen haar op zich “constructiever op te stellen”. Op 3 juli vond een gesprek met ook de werknemersorganisaties FBZ en vakbonden FNV Zorg en Welzijn en NU’91 plaats.
Sinds 1 januari is het pensioengevend salaris door de Wet Witteveen afgetopt op 100 duizend euro bruto. Wie meer verdient, kan over het salarisdeel daarboven niet langer onder fiscaal gunstige voorwaarden pensioen opbouwen via de werkgever. Zowel het werknemers- als werkgeversdeel van de premie wordt daardoor verlaagd en dat heeft forse gevolgen voor het pensioen van artsen in dienstverband. Zij kunnen met een forse beperking van hun pensioen worden geconfronteerd, die kan variëren van enkele duizenden tot tienduizenden euro’s per jaar.
De Federatie en de LAD willen dat werkgevers het werkgeversdeel van de pensioenpremie laten terugvloeien naar de werknemers die het betreft. Ze voeren hier constructieve gesprekken over met de NFU (voor de umc’s), maar met de NVZ ging dat een stuk moeizamer, stelt de LAD. Daar lijkt nu verandering in te zijn gekomen doordat veel specialisten brieven hebben gestuurd naar de raden van bestuur van hun ziekenhuizen.
Problematiek in kaart
Volgens LAD en FMS betekent die niet automatisch dat een oplossing nabij is. Zij willen eerst zien met welke voorstellen de NVZ komt. Deze zomer brengt een werkgroep van de NVZ, de werknemersorganisaties en PFZW de problematiek in kaart. Het volgende overleg staat in september gepland.