Minder complexe zorgpolissen, maar juist meer variatie in de contracten tussen verzekeraars en zorgaanbieders. Dat zijn twee manieren waarop de doelmatigheid van de zorg verbeterd zou kunnen worden. De overheid moet hiervoor de voorwaarden scheppen.
Dat schrijft het Centraal Planbureau (CPB) in zijn beleidsbrief ‘Vijf aanknopingspunten voor doelmatigheid in de curatieve zorg’.
Het Nederlandse zorgstelsel voor de curatieve gezondheidszorg lijkt relatief doelmatig in vergelijking met andere landen. De kwaliteit van de Nederlandse gezondheidszorg wordt in internationale vergelijkingen als hoog beoordeeld, terwijl de uitgaven aan curatieve gezondheidszorg vergelijkbaar zijn met andere OESO-landen. Maar dit neemt niet weg dat de doelmatigheid omhoog kan, stelt het CPB.
CPB-onderzoekers Michiel Bijlsma, Rudy Douven en Robin Zoutenbier bieden aanknopingspunten voor doelmatigheid, “die allen een duidelijk marktfalen adresseren en bovendien uitvoerbaar zijn binnen het huidige zorgsysteem”.
Kwaliteitsinformatie
In de eerste plaats zou informatie over de kwaliteit van zorg meer gestandaardiseerd moeten worden, zowel voor verzekeraars als verzekerden. Voor de overheid is hierin een regierol weggelegd, stellen de onderzoekers.
Daarnaast moeten zorgpolissen minder complex worden, zodat verzekerden gemakkelijker kunnen kiezen en vergelijken. Daarentegen moet er juist meer variatie komen in het soort contracten dat zorgaanbieders en verzekeraars kunnen aangaan. Dat zou volgens de onderzoeker de zorginkoop verbeteren.
Verder zou de marktmacht van ziekenhuizen ingeperkt moeten worden door betere zorginkoop door verzekeraars. Hierbij past het ook dat fusieverzoeken van ziekenhuizen strenger beoordeeld moeten worden.
Tot slot moeten voor de geestelijke gezondheidszorg (ggz) nieuwe beleidsinstrumenten worden ontwikkeld. Binnen de ggz is nu te veel onzekerheid over de effectiviteit, kwaliteit en noodzaak van behandelingen, aldus het CPB.
Beleid evalueren
Naast deze vijf aanknopingspunten zou de overheid haar beleid vaker moeten evalueren en vaker onderzoek moeten doen naar doelmatigheid. Bijvoorbeeld op basis van kwalitatief hoogwaardige microdata.