Gemeenten moeten meer ruimte krijgen om zelf belastingen op te leggen. Na de decentralisatie van onder meer de langdurige zorg zou ook de discussie over de bekostiging daarvan in de lokale politiek gevoerd moeten worden. Daarvoor pleit een commissie onder leiding van voormalig SER-voorzitter Alexander Rinnooy Kan.
De commissie onderzocht de mogelijkheden hiertoe in opdracht van Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) en presenteert het onderzoek woensdag op het jaarcongres van die organisatie.
De commissie raadt aan om in eerste instantie 4 miljard euro aan belastingen, die nu nog door het Rijk worden geheven, over te hevelen naar de gemeenten. “Het is een verstandige eerste stap”, stelt Rinnooy Kan in het Financieele Dagblad (FD). “Het is een manier om de zorg bij burgers en bedrijven weg te nemen dat de belastingverschuiving ze geld gaat kosten. Maar het kan hier niet bij blijven.” Volgens hem zou het Gemeentefonds op termijn alleen nog gebruikt moeten worden om grote inkomstenverschillen tussen gemeenten te vereffenen.
Wie betaalt, bepaalt
Gemeenten moeten zelf het niveau van de gedecentraliseerde voorzieningen bepalen en een eigen belastingbeleid voeren, als het aan de commissie ligt. Dat leidt onvermijdelijk tot verschillen tussen gemeenten, erkent Rinnooy Kan in het FD. “De angst daarvoor is koudwatervrees. Er zijn nu ook al verschillen in woon- en vestigingsklimaat. Den Haag ziet toe op een minimaal niveau waarop gemeenten hun taken uitvoeren. Maar voor de rest geldt: wie betaalt die bepaalt” (ANP)
—
Hoe overleven zorgaanbieders de transitie in de langdurige zorg? Hoe lukt het om zich snel en adequaat aan te passen aan gewijzigde omstandigheden? Wat kunt u leren van uiteenlopende keuzes. Op 12 juni organiseert Skipr het congres “Transitie is nog lang geen transformatie”.