De vier instituten in Nederland die psychische hulp bieden aan kankerpatiënten en hun familie verkeren in financiële nood. Dat schrijft de Volkskrant donderdag. Ze zijn voor een groot deel van hun inkomsten afhankelijk van goodwill.
De tarieven die zorgverzekeraars bieden zijn gebaseerd op de ‘normale’ ggz-zorg en zijn niet toereikend voor hulp bij kanker, stellen de instituten. Ze zeggen dit al jaren tevergeefs aan te kaarten bij de verzekeraars. In de Volkskrant trekken het Helen Dowling Instituut (HDI) en De Vruchtenburg zij aan de bel.
Het HDI heeft een aparte afdeling fondsenwerving moeten oprichten. De Vruchtenburg probeert de gaten in het budget te dichten met activiteiten als sponsorlopen, wijnverkoop en gala’s. Toch zegt de organisatie twintig tot dertig procent van de kosten niet gedekt te krijgen.
Van alle kankerpatiënten heeft circa 10 tot 12 procent gespecialiseerde begeleiding nodig op dit gebied, schrijft de Volkskrant bij monde van hoogleraar Joost Dekker van het VUmc. Verzekeraar Zilveren Kruis/Achmea laat weten dat de instellingen dit onlangs hebben gemeld en dat ze hierover in gesprek zijn.
Volgens de Nederlandse Zorgautoriteit, die de tarieven vaststelt, zijn uitzonderingen mogelijk. Instellingen kunnen met een verzekeraar de afspraak maken dat er sprake is van een bijzondere behandeling, bijvoorbeeld vanwege de zwaarte. Soms kan dan 10 procent meer worden gedeclareerd. Ook kunnen zorgaanbieders verzoeken om een structurele verhoging.