Nederland staat in de top vijf van Europese landen met de gunstigste marktcondities voor de introductie van mobiele zorgtoepassingen. Dat constateren HIMSS Europe en onderzoeksbureau Research2guidance op basis van een studie naar de kansen voor mobile health onder 5000 professionals in 28 Europese landen.
De top vijf wordt aangevoerd door Engeland, gevolgd door Denemarken, Finland, Zweden en Nederland. De koplopers danken hun hoge notering aan criteria zoals de acceptatie van e-health, internet-penetratie in casu de penetratie van digitale technologie, zoals smartphones, het fiscale klimaat voor start ups en de regeldruk.
Bereidheid
Het m-health-klimaat in Nederland wordt vooral gunstig beïnvloed door de bereidheid van artsen om met apps te werken. Voor app-bouwers weegt dit punt zwaarder dan de financiering, zo constateren de onderzoekers. Opvallend, want in Nederland wordt de gebrekkige financiering vaak aangevoerd als voornaamste faalfactor voor e-health. Daarnaast kent Nederlandse zorg ook een goed ontwikkelde elektronische infrastructuur. Ziekenhuizen en huisartsen werken al overwegend met elektronische dossiers, hetgeen naar het idee van app-bouwers een goed aanknopingspunt is voor nieuwe e-health toepassingen.
Als het gaat om de digitale zorginfrastructuur scoort Denemarken opvallend goed. Ruim negen van de tien Deense artsen (91 procent) wisselt dossiers met patiëntgegevens elektronisch uit, waar dit andere landen gemiddeld slechts 34 procent is. Elektronisch voorschrijven is ook volkomen normaal in Denemarken, maar hier scoort Nederland natuurlijk ook goed. Frankrijk en Duitsland scoren juist laag als het gaat om adaptatie van e-health, terwijl ze op grond van hun inwonertal en niveau van zorgbestedingen in potentie veelbelovende markten zijn.
Nederland scoort ook goed op het criterium van internet- en mobiele penetratie. Meer dan 90 procent van de bevolking heeft toegang tot Internet, terwijl Nederland Europees koploper is ten aanzien van het gebruik van smartphones en tablets.
Geen eenduidig kader
Minder goed scoort Nederland op het gebied van regeldruk. Het gaat hierbij onder meer om zaken als het wettelijk kader rond elektronische patiëntendossiers of elektronisch voorschrijven, gegevensuitwisseling en het bestaan van e-health roadmaps of stimuleringsprogramma’s. Het is juist het gebrek aan eenduidige spelregels dat Nederland in dit opzicht opbreekt.