Vrouwen met borstkanker die een fitnessprogramma volgen tijdens chemotherapie hebben minder last van bijwerkingen als vermoeidheid, conditieverlies, misselijkheid en pijn. Dat concludeert Neil Aaronson, hoogleraar epidemiologie bij het Antoni van Leeuwenhoek, in een dinsdag verschenen onderzoek.
Ook hoeft de dosering van de chemotherapie bij deze groep minder vaak aangepast te worden. Het onderzoek werd uitgevoerd onder 230 borstkankerpatiënten, verdeeld over drie groepen.
De groep vrouwen die het meest intensieve fitnessprogramma volgden hadden het minst last van bijwerkingen. Ook hielden ze de chemotherapie het beste vol: in slechts 12 procent van de gevallen hoefde de dosering van de chemotherapie aangepast te worden.
“Vroeger werd patiënten die chemotherapie krijgen geadviseerd om het rustig aan te doen. Maar het is dus beter om juist actief te worden”, stelt Aaronson.
Hij benadrukt dat er aan de studie geen conclusies verbonden kunnen worden voor wat betreft de invloed van beweging op de effectiviteit van de chemotherapie. “Vrouwen die een intensief bewegingsprogramma volgen houden de chemotherapie beter vol. Maar dit betekent niet automatisch dat de uitkomsten van de behandeling voor hen gunstiger zullen zijn.”
De resultaten van het onderzoek verschijnen deze week in het vakblad Journal of Clinical Oncology. (ANP)