De vele veranderingen in de zorg sinds januari zijn volgens staatssecretaris Martin van Rijn (Volksgezondheid) beheerst en gecontroleerd verlopen. Van Rijn liet zich dinsdag voor het eerst uit over de decentralisatie van jeugdzorg en lichte zorgtaken van het Rijk naar de gemeenten.
Ondanks alle wijzigingen kregen mensen gewoon hun zorg. “Er zijn veel problemen voorspeld en ik constateer dat die zich in elk geval niet hebben voorgedaan. Dat wil niet zeggen dat we niet heel hard moeten werken aan het nog beter maken van die zorg”, aldus Van Rijn dinsdag. “Want het gaat er mij niet om hoe een wet op papier staat, maar hoe een wet uitpakt voor mensen in de praktijk. En mensen moeten altijd hun weg naar goede zorg kunnen vinden en weten wat hun mogelijkheden zijn.”
Van Rijn vindt het zaak dat mensen zich goed kunnen laten informeren. En gemeenten en zorgaanbieders moeten aan de slag om de administratieve lasten te verminderen.
Gemeenten waren al verantwoordelijk voor de huishoudelijke hulp en zijn dat sinds 1 januari ook voor de ondersteuning van thuiswonende ouderen, chronisch zeken en gehandicapten. De zorgverzekeraars zijn verantwoordelijk voor verpleging en verzorging van mensen thuis. En de nieuwe Wet langdurige zorg (Wlz) garandeert de zorg voor mensen die 24 uur per dag zorg nodig hebben.
Het kabinet hervormt de langdurige zorg om beter te kunnen inspelen op de wens van veel ouderen om zo lang mogelijk thuis te blijven wonen en om de stijgende zorgkosten te beteugelen. (ANP)