Het kabinet zou op termijn 950 miljoen euro per jaar kunnen besparen door de wijkverpleging uit de zorgverzekeringswet te halen. Alleen de kortdurende zorg zou dan nog vergoed worden. Voor langdurige wijkverpleging zouden mensen zichzelf moeten verzekeren.
Dat blijkt uit een rapport van het Centraal Planbureau (CPB) dat 104 potentiële hervormingen en bezuinigingen in de zorg op een rij heeft gezet. De maatregelen waren aangeleverd door tien politieke partijen in de Tweede Kamer, maar het CPB heeft ze geanonimiseerd op een rij gezet, inclusief de financiële consequenties.
Na het niet langer vergoeden van de wijkverpleging levert ook het verhogen van het eigen risico in de zorg flink geld op. Dat staat voor 2017 geraamd op 405 euro, maar als dat nog eens met 100 euro wordt verhoogd, levert het de schatkist vanaf dat moment een structurele besparing op van 870 miljoen euro.
Een andere maatregel die de staat flink bespaart is de invoering – naar Zweeds voorbeeld – van zogeheten vouchers voor de individuele inkoop van langdurige ouderenzorg. Daarmee komen zorg in natura en het persoonsgebonden budget te vervallen. De vouchers dekken 80 procent van de kosten, de rest moet de gebruiker zelf betalen. Deze maatregel zou de eerste jaren extra geld kosten, maar levert op termijn (over tien jaar) elk jaar 620 miljoen euro op.
Uit de rapporten blijkt ook dat de kosten voor hervormingen in de zorg gemiddeld neerkomen op 1,5 procent per jaar. Grote hervormingen kunnen wel acht jaar duren en kosten dan dus 12 procent van de uitgavenpost die wordt hervormd.
De kosten van de zorg stijgen elk jaar. Dit jaar geeft de overheid 72,9 miljard euro uit aan zorg. (ANP)