Medische hulpmiddelen in ziekenhuizen, zoals infuuspompen, worden niet zelden maar de helft van de tijd gebruikt. Dat suggereert recent onderzoek van het OLVG in samenwerking met RePoint. Dit betekent dat ziekenhuizen bij efficiënter gebruik en beheer de hoeveelheid apparatuur en dus de kosten flink kunnen reduceren.
Voor het onderzoek werd het gebruik van een kleine 200 infuuspompen met een draadloze node (tag) digitaal gevolgd. Afhankelijk van het soort infuuspomp bleek de hoeveelheid tijd dat het apparaat in gebruik was te variëren van 65 procent tot 25 procent. De onderzoekers schatten dat de daadwerkelijke bezettingsgraad mogelijk nog lager ligt, omdat bij deze beperkte meting via de node alleen te herleiden viel of het apparaat op de afdeling dan wel in opslag was. Ook op de afdeling blijkt geregeld apparatuur te staan die niet in gebruik is. Volgens RePoint, dat als leverancier van innovatieve track & trace (RTLS) systemen door heel Nederland actief is, zijn de uitkomsten in het OLVG representatief voor bijna alle ziekenhuizen in Nederland.
De onderzoekers melden wel dat er soms goede redenen zijn om medische apparatuur niet continu te gebruiken. Te denken valt aan beschikbaarheid voor noodgevallen. “Maar meestal is minder goed te duiden hoe de benutting van apparatuur daadwerkelijk samenhangt met de aanwezigheid (en aantallen) ervan”, aldus de onderzoekers.
Zoeken
Een betere benutting van apparatuur kan op meerdere manieren bijdragen aan grotere doelmatigheid. Om te beginnen is er veel minder mobiele apparatuur nodig, wat een lagere investeringslast betekent, zeker bij herhaalinvesteringen. Maar doordat er minder apparatuur in stand gehouden hoeft te worden dalen ook de kosten op het gebied van materiaal en personeel. “Verpleegkundigen zijn nu vaak veel tijd kwijt met het zoeken, bellen en e-mailen om hulpmiddelen te krijgen”, zegt directeur Hans Punt van RePoint. “Per dienst kan dat zo oplopen tot twintig minuten. De medisch technische dienst is soms zelfs tot een kwart van de werktijd bezig met zoeken.”
Punt wijst er daarnaast op dat een beter zicht op het gebruik en beheer van hulpmiddelen per definitie leidt tot kwaliteitsverbetering. “Een verpleegkundige zou niet moeten zoeken naar spullen”, stelt Punt. “Als hulpmiddelen beter vindbaar zijn, heeft de verpleegkundige meer tijd voor de patiënt.” Als voorbeeld van betere informatievoorziening in combinatie met kwaliteitsverhoging haalt hij het Oogziekenhuis in Rotterdam aan dat een digitaal patiëntvolgsysteem heeft ingevoerd. “Familieleden en naasten weten nu precies waar hun familielid is in het proces van dagbehandeling. Ze hoeven dus ook niet meer de hele tijd vragen te stellen aan verpleegkundigen.”
Business case
Punt denkt dat het breder toepassen van RTLS (Real Time Locating Systems) een eerste stap is. Uiteindelijk zet digitale tracering de deur open naar compleet nieuwe logistieke concepten, verwacht Punt. Vanuit dit idee ontwikkelt RePoint momenteel samen met hulpmiddelenleverancier Arjo Huntleigh een nieuw dienstenmodel waarbij het ziekenhuis als afnemer alleen betaalt voor het daadwerkelijk gebruik van apparatuur. “Waarom zou je als ziekenhuis nog bedden aanschaffen waar je tien jaar op afschrijft, terwijl je niet weet hoe de techniek en beddenbehoefte zich over diezelfde periode ontwikkelt”, schetst country manager Jan van Megen van ArjoHuntleigh de voordelen van een dergelijk model.
Angst voor veiligheid hoeven de afnemers volgens Van Megen niet te hebben. “In de service level agreement kun je goede waarborgen inbouwen. Bovendien, als je kijkt naar het onderhoud en de schoonmaak van medische apparatuur, dat wordt steeds vaker ook door derde partijen uitgevoerd.”
Punt onderstreept daarnaast dat de business case voor de toepassing van track & trace-systemen met de voortschrijdende digitalisering steeds sterker wordt. “Tot voor kort waren de gebruiks- en onderhoudskosten voor technologie in feite te hoog. Die konden oplopen tot een vijfde van de aanschafkosten. Nu is dat nog een fractie. ”