Jonge medisch specialisten voeren vaker telefonisch overleg met huisartsen over oncologische patiënten. Dat blijkt uit onderzoek van Mednet en het Integraal Kankercentrum Nederland (IKNL) over de substitutie van oncologische zorg.
In het deelonderzoek onder 625 medisch specialisten werkzaam in de oncologie beoordeelde een kwart (26 procent) de communicatie en samenwerking met de huisarts als matig, bijna de helft ( 47 procent) als voldoende en 24 procent als goed.
Op de vraag hoe het contact met de eerste lijn is vormgegeven, zegt 60 procent telefonisch overleg te voeren over een verwezen patiënt, heeft 71 procent schriftelijk of mailcontact over de patiënt en zegt 9 procent dat er geen contact is met de huisarts zolang de patiënt in de tweede lijn in behandeling is.
Vooral medisch specialisten jonger dan 50 jaar geven aan dat er telefonisch overleg is. Van deze groep artsen geeft bijna twee derde aan deze vorm van communicatie te gebruiken, terwijl krap de helft van de artsen van 50 jaar en ouder dit aangeeft. Oudere academische specialisten geven juist aan dat er geen contact met de huisarts is zolang de patiënt in de tweede lijn in behandeling is.