AppleMark
De zorgsector is meer bezig met administratie en regelgeving dan met het bieden van zorg of therapie. De hoeveelheid papierwerk houdt zorgverleners uit de slaap. Ook de bemoeienis van verzekeraars met de daadwerkelijke zorg en de moeizame onderhandelingen over contracten en vergoedingen bezorgt professionals kopzorgen.
Dit zijn enkele van de belangrijkste bevindingen van een onderzoek naar de beleving van zorgprofessionals , dat beroeps- en serviceverenging VvAA uitvoerde naar aanleiding van haar negentigjarig bestaan.
Regeldruk
“Waar ligt de zorgprofessional wakker van?”, was de centrale vraag in het onderzoek. Iets meer dan 9.000 professionals, waaronder huisartsen, medisch specialisten, tandartsen, dierenartsen, apothekers en paramedici, reageerden. Zij antwoordden vooral met de invloed en macht van de zorgverzekeraar, de regeldruk van de overheid en de toenemende administratieve lasten. “Ik ben moe iedere keer te moeten verantwoorden wat we doen aan beleidsmakers en zorgverzekeraars”, schrijft een anonieme apotheker.
Rompslomp
Er zijn respondenten die melden dat ze voor zeventig procent bezig zijn met administratieve rompslomp en voor dertig procent met het geven van therapie. Door de invoering van steeds meer regels bureaucratiseert de zorg, zo concludeert de VvAA. Dat gaat ten koste van de tijd die aan het verlenen van zorg kan worden besteed. De kwaliteit verbetert er niet door. En het staat haaks op het vertrouwen en eigen verantwoordelijkheid, de moderne ‘buzzwords’ in de zorg.
Veranderingsdrift
Een van de ‘boosdoeners’ is de continue veranderingsdrift, zo stelt Herman van Hemsbergen, voorzitter van de hoofddirectie van VvAA. “Veranderingen gaan steeds sneller. Als daar telkens nieuwe regels en protocollen voor worden opgesteld, dan komt de zorg onder druk te staan en zijn we verkeerd bezig. Feitelijk zijn we constant bezig met het systeem aanpassen, in de hoop dat dat besparingen oplevert. Maar alleen systemen lossen de problemen niet op.”
Verzekeraars
Veel zorgverleners hekelen de rol van verzekeraars. “Als een verzekeraar bepaalt welke zorg er ingekocht wordt, dan is dat puur op commerciële basis. Ik heb dit beroep gekozen om kwaliteit en humane redenen”, schrijft een medisch specialist. En een paramedicus verzucht: “Ik kijk uit naar het moment dat de zorgverzekeraar er weer is voor de patiënt.” Van Hemsbergen onderschrijft deze klanken. “We zien dat verzekeraars zich meer en meer gaan bemoeien met ‘praktijkzaken’ en daarmee treden in de relatie tussen zorgverlener en patiënt. Dat komt het vertrouwen tussen zorgverlener en patiënt niet ten goede en drukt daarmee een negatief stempel op de kwaliteit en toegankelijkheid van de Nederlandse gezondheidszorg.”
Medische fout
En dan is er nog een aspect wat dokters uit de slaap kan houden: de angst voor het maken van een medische fout. Dat onderwerp komt aan bod op 14 oktober in het NCRV-programma ‘Altijd wat’. In een risicomijdende samenleving wordt de druk op de medisch professionals steeds groter. Ongeveer de helft van de artsen krijgt gezondheidsklachten na het maken van een medische fout. Dit kan gevolgen hebben voor de patiëntveiligheid. Volgens deskundigen zou er meer aandacht moeten worden besteed aan de positie van de arts. Zodat fouten in de toekomst voorkomen kunnen worden.