Bestuurders zijn de eersten die ervoor kunnen zorgen dat de ouderenzorg beter aansluit bij de culturele achtergrond van cliënten. Dat is één van de conclusies uit het boek ‘Voor(t)gaan in verandering, Duurzame organisaties in een dynamische, diverse samenleving’ dat onlangs verscheen.
De afgelopen anderhalf jaar interviewden Thijs Vink en Jan Booij in opdracht van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid veertien beslissers in en rondom de ouderenzorg, waaronder Diana Monnissen, Eric van der Burg, Aad Koster en Henk Smid, Daarna nodigden ze de beslissers uit voor een gezamenlijke bestuursconferentie om conclusies te delen. “Op dit moment sluiten het hulpaanbod en de verwachtingen van oudere migranten soms niet goed op elkaar aan. Het kabinet vindt het van belang dat dit wordt verbeterd”, aldus minister Asscher en staatssecretaris Van Rijn in het voorwoord.
Participatie
De beslissers menen bijna unaniem dat cultuursensitieve zorg aan ouderen bijdraagt aan participatie en burgerschap. Een voorbeeld: “Als mensen werken, integreren ze. Dus hoe meer mensen met een andere culturele achtergrond we aan de slag krijgen in de zorg, hoe meer we mensen een perspectief kunnen bieden – cliënten, familieleden die moeten meedenken, leveranciers die spullen afleveren, vrijwilligers -, hoe meer we werken aan participatie.”
Sancties
Punt is wel dat de noodzaak tot aansluiten bij een andere culturele achtergrond, nog niet dwingend is. “Er staat geen sanctie op als het proces niet goed (genoeg) of te traag verloopt. Bovendien hebben andere punten vaak prioriteit, en beheersen díe de agenda.
Leiderschap
En dus is het volgens het boek nodig dat bestuurders en directeuren positie nemen en leiderschap tonen. “Daardoor ontstaat er veel meer ruimte voor allerlei initiatieven binnen die organisaties. Meegaan met de grote veranderingen van deze tijd, de ouderenzorg moderniseren, cultuursensitief worden, klantgericht kijken: hoe je het ook benoemt, je zult er alleen in slagen met een goede leider aan het roer, die een helder doel voor ogen heef en zijn organisatie verbindt met de grote demografische veranderingen, gebaseerd op een doorleefde visie.”