Veel zorgvragers weten nog altijd niet wat de transitie in het sociale domein inhoudt, laat staan wat de operatie concreet voor hen gaat betekenen. Vrijwel unaniem maken zorgvragers zich grote zorgen over de continuïteit van zorg; er is weinig vertrouwen dat gemeenten hen kunnen bieden wat zij nodig hebben.
Dit komt naar voren uit de cliëntenmonitor die negen cliëntenorganisaties in het kader van het programma “Aandacht voor iedereen” hebben laten uitvoeren. Aan het onderzoek hebben 240 cliënten, familieleden en mantelzorgers uit twaalf gemeenten meegedaan. Niet alleen is er onder zorgvragers weinig kennis van en vertrouwen in de decentralisatie van de AWBZ, ook wordt de zorg die zij momenteel vanuit uit de AWBZ krijgen over het algemeen als positief gewaardeerd.
Bovendien lijkt de doelstelling van de decentralisatie AWBZ dat burgers in een inclusieve samenleving bereid zijn om iets voor elkaar over te hebben, aan veel deelnemers voorbij te gaan. “Het erkennen dat je het niet meer alleen kunt is moeilijk voor mensen, maar het daadwerkelijk inroepen van hulp is voor velen een torenhoge drempel”, constateren de onderzoekers. “En wanneer er dan een vaak lang bevochten oplossing met professionele zorg is bereikt, dan is die broos: men wil niet meer terugvallen in de uitzichtloze situatie van voorheen of afhankelijk worden van de welwillendheid van anderen. Een beperkte bijdrage van vrijwilligers aan welzijn noemen de geïnterviewden zinvol, maar onder voorwaarden en met duidelijke grenzen.”
Omslag
“Kortom, voordat er een echte ‘participatiesamenleving’ mogelijk is, lijkt er nog veel te doen”, zo schrijven de opstellers van het rapport. “Voor menswaardig ouder worden, voor groeien in eigen kracht en voor herstel van zelfmanagement zal nog een hele omslag nodig zijn. Niet alleen bij mensen met een beperking of aandoening, maar in alle geledingen van de samenleving.”
Wmo-debatten
Het rapport is de uitslag van een verdiepend onderzoek naar decentralisatie van de zorg dat eind 2013 is gestart, legt projectleider Winny Toersen van Aandacht voor iedereen uit. “We hebben in twintig gemeentes telkens ongeveer twaalf cliënten, familieleden of mantelzorgers geïnterviewd, als aanvulling op de kwantitatieve gegevens die we digitaal verzamelen. De uitkomsten hebben we telkens teruggekoppeld met de stakeholders. Vlak voor de Wmo-debatten is het eindrapport naar de Eerste en Tweede Kamer gestuurd.”
Aanbevelingen
Op grond van de uitkomsten doen de cliëntenorganisaties die zijn betrokken bij AVI drie aanbevelingen aan landelijke politiek, gemeenten en lokale belangenbehartigers: Cliënten moeten zo snel mogelijk concrete informatie krijgen over wat de decentralisatie voor hen betekent en welke procedures zullen worden gebruikt bij het beoordelen van de zorgvraag en het toekennen van zorg. Daarnaast moet bij dagbesteding steeds individueel worden bepaald of ‘doelgroep-specifieke’ dagbesteding nodig is. Ook moet professionele, individuele begeleiding mogelijk blijven naast de gewone dagbesteding. Verder vinden de organisaties dat de mogelijkheden moeten worden verruimd voor begeleid wonen in de eigen omgeving. Tot slot bepleiten de organisaties dat vrijwilligers altijd worden gekoppeld aan beroepskrachten en dat vrijwilligers dus ook werken onder verantwoordelijkheid van een beroepskracht.
AVI
Aandacht voor Iedereen is een programma waarin negen patiënten- en cliëntenorganisaties samenwerken om lokale belangenbehartigers goed toe te rusten met het oog op de decentralisatie van AWBZ-zorg naar gemeenten. Het gaat om Ieder(in) – voorheen CG-Raad en Platform VG – CSO, Koepel Wmo raden, Landelijk Platform GGz, Mezzo, NPCF, Oogvereniging, Per Saldo en Zorgbelang Nederland. Het programma wordt gefinancierd door VWS.