GGZ Nederland en het Landelijk Platform GGz willen op Europees niveau inzichtelijk hebben welke elektronische zorghulpmiddelen kwalitatief goed zijn. Maar daarvoor moet geen extra wet- en regelgeving komen. Zo schrijven zij begin juli in een reactie op de Europese Commissie.
De Europese Commissie heeft onlangs de ‘Green Paper on e-mental Health’ gelanceerd en vroeg binnen al haar lidstaten om reacties. De EU wil de ontwikkelingen coördineren en voorkomen dat overal het wiel opnieuw wordt uitgevonden. GGZ Nederland heeft samen met de LPGGz een reactie gestuurd, daarbij gelet op patiëntveiligheid, aansprakelijkheid en interoperabiliteit.
Toezicht
Nederland is een van de koplopers binnen Europa als het gaat om e-mental Health, schrijven GGZ Nederland en LPGGz. De huidige Nederlandse wet- en regelgeving is streng genoeg en het toezicht ruim voldoende. Daar hoeft de EU geen rol te spelen. Sterker nog: het is belangrijk om innovatieve initiatieven niet af te remmen.
Verwarring
Daarnaast waarschuwen de overkoepelende GGZ-organisaties voor verwarring bij wetgeving en certificering. Veel apps worden bijvoorbeeld gezien als medische hulpmiddelen, terwijl ze vooral gericht zijn op welzijn. Een eenduidig Europees keurmerk is gewenst, maar daar is de industrie nog lang niet klaar voor.
GGZ Nederland en LPGGz zien heil in een Europese standaardkoppeling voor apps en een vertaalfonds zodat Nederlandse apps – in taal en cultuur – kunnen worden doorontwikkeld voor het buitenland.
Kosten
Tot slot wijzen de organisaties op de kosteneffectiviteit en de medische effectiviteit van e-mental Health. Daar is nog te weinig kennis over, mede omdat de ontwikkelingen zo snel gaan. Maar GGZ Nederland en LPGGz waarschuwen dat partijen niet alleen kijken naar de kostenbesparingen. De investeringstijd en –kosten zijn immens en het is niet altijd duidelijk wat het zorgaanbieders oplevert.