Bij twee derde van alle ggz-instellingen wordt in de eerste drie maanden van 2014 nog geen kwart van het aantal basis ggz-patiënten behandeld dan vooraf werd verwacht. Bijna de helft van de instellingen verwacht over heel 2014 minder dan 50 procent van de behandelingen in de basis ggz uitt voeren dan waar zij vooraf door de zorgverzekeraar voor zijn gecontracteerd. Dit blijkt uit een quickscan die GGZ Nederland heeft uitgevoerd onder haar leden.
Er zijn meerdere redenen aan te wijzen voor het uitblijven van de patiëntenstroom in de basis ggz. Een deel van hen is onder behandeling bij de huisarts en de praktijkondersteuner. Een ander deel kiest ervoor om de verwijzing van de huisarts niet op te volgen, bijvoorbeeld omdat voor de basis ggz het eigen risico aangesproken moet worden. Tot slot blijft ook een deel in de gespecialiseerde ggz of komt daar alsnog terecht.
Wachtlijsten
Aan de andere kant ziet GGZ Nederland dat de contract afspraken tussen zorgverzekeraars en ggz-aanbieders voor de gespecialiseerde ggz zijn verlaagd. Doordat een deel van de patienten alsnog naar deze gespecialiseerde ggz verwezen wordt, dreigt er een tekort aan plaatsen te ontstaan met wachtlijsten tot gevolg.
Per 1 januari 2014 is de basis ggz ingevoerd. Het doel van deze basis ggz is om patiënten met lichte tot matige, niet complexe psychische problematiek te behandelen. Ook wordt de nazorg en terugvalpreventie onder de basis ggz geschaard. Door invoering van de basis ggz zou de duurdere , specialistische ggz ontzien kunnen worden. Met name bij patiënten met verslavings problemen of een chronisch verloop van de klachten bestaat nog veel onduidelijkheid over onder welke noemer zij behandeld moeten worden.
Voorbereidingstijd
GGZ Nederland stelt dat de voorbereidingstijd voor de nieuwe basis ggz veel te kort is geweest. “Het concept van de basis ggz is pas eind 2013 concreet uitgewerkt en is geheel nieuw. Er was amper voorbereidingstijd voor de organisatiewijzigingen en ook de administratieve systemen en verwijssystemen zijn nog altijd in ontwikkeling.” Ook zou er te weinig tijd zijn geweest om een goed contact tussen huisarts en ggz-aanbieder te ontwikkelen.
Ggz aanbieders willen zo snel mogelijk om tafel met patiëntenorganisaties, huisartsen, praktijkondersteuners en zorgverzekeraars om zo snel mogelijk duidelijke richtlijnen op te kunnen stellen voor verwijzing naar de basis- danwel de gespecialiseerde ggz. GGZ Nederland ziet wel dat er fors is geinvesteerd in kennis en ondersteuning bij huisartsen, maar deze ontwikkelingen zit nog in een opbouwende fase.