De liquiditeitspositie van zorginstellingen komt door de transitie structureel onder druk te staan. Om de continuïteit te waarborgen is het voorspellen van kasstromen “van levensbelang”. Tezelfdertijd groeien de administratieve lasten. Dat constateert ING Economisch Bureau in de sectorvisie langdurige zorg.
De groeiende druk op de liquiditeitspositie van zorginstellingen kent volgens ING Economisch Bureau verschillende oorzaken. Door afschaffing van de bevoorschotting in de langdurige zorg zullen instellingen na 2016 meer werkkapitaal nodig hebben om de periode tussen levering en uitbetaling van zorg te overbruggen. Tegelijkertijd komen de vermogens- en liquiditeitspositie van veel instellingen door teruglopende resultaten steeds verder onder druk te staan. Daarbij zijn financiers vanwege de groeiende risico’s en moeilijke marktomstandigheden minder snel bereid om krediet te verlenen.
Eenmalige kosten
Eenmalige kosten van reorganisaties en incidentele verliezen zorgen volgens ING Economisch Bureau nog eens voor extra druk op de liquiditeit. Daarnaast verwacht ING Economisch Bureau vertragingen in de financiële afwikkeling door de introductie van nieuwe zorgproducten, nieuwe zorginkopers en de bijhorende aanpassingen in de ICT-omgeving.
Daar boven op komt volgens ING Economisch Bureau ook nog eens een sterke toename van de administratieve lasten. Door de opsplitsing van de AWBZ in verschillende wetten krijgen zorginstellingen die een brede productmix aanbieden met een groter aantal bekostigingsmethodieken en inkopende partijen te maken dan voorheen. Zo zal het aantal gemeenten waarmee contracten moet worden afgesloten voor levering van Wmo-diensten over het algemeen veel groter zijn dan het aantal zorgverzekeraars of zorgkantoren. De overeengekomen leveringsvoorwaarden verschillen vaak sterk van contract tot contract.
Kwetsbaar
De transitie betekent kleinere budgetten en hardere concurrentie, aldus ING Economisch Bureau. Met name instellingen die lichtere zorgvormen leveren zijn kwetsbaar. Juist voor traditionele verzorgingshuizen die zich op lichtere zorg richten is het dan ook van cruciaal belang om een kwalitatief beter onderscheidend zorgconcept aan te bieden om de concurrentie aan te kunnen, stelt ING Economisch Bureau: “Instellingen die langdurige zorg leveren zullen veel minder vanuit de traditionele scheiding tussen intra- of extramuraal moeten denken en meer vanuit de regionale klantvraag. Het bestaande vastgoed is een factor van belang, maar mag niet leidend zijn voor de strategie die de aanbieder kiest. De reorganisatie van de vastgoedportefeuille zal uit een strategische herpositionering moeten voortvloeien.”
Keuzes
“Als je nu nog niet in beweging bent gekomen, dan raak je de regie over je eigen toekomst kwijt”, stelt Erwin Winkel, ING sectormanager gezondheidszorg. “Veel bestuurders zijn nog onvoldoende bezig zijn met de uitvoering van hun plannen en zoeken nog te vaak comfort in het oude vertrouwde systeem: ´De overheid lost het wel op, er komt vast nog wel een bijstelling van het beleid. Nog niet alles is uitgekristalliseerd, ik kan pas in actie komen als ik weet waar ik aan toe ben en de laatste actuele informatie heb kunnen verwerken in mijn plannen…’”
Marktkansen
Ondanks de moeilijke omstandigheden ziet ING Economisch Bureau ook “marktkansen” ontstaan, zoals nieuwe woonzorgvormen voor kwetsbare ouderen met een behoorlijke zelfredzaamheid. Hetzelfde geldt voor cross-overs tussen de nu nog gescheiden domeinen van zorg en welzijn.
“We zien ook bestuurders die nadenken over de toekomst, duidelijk positie kiezen, het verdienmodel hierop aanpassen, activiteiten afbouwen en de personeelsmix aanpassen”, aldus Winkel. “Dit heeft ook gevolgen voor de ontwikkeling van de financiële functie. Deze organisaties maken een omslag van financial naar business control, brengen scheiding aan tussen zorg, vastgoed en treasury en sturen op alle drie de functies . Ook zien we deze organisaties kiezen voor een productgerichte structuur en niet langer voor regio of locatie georiënteerde modellen. Het vergroot de wendbaarheid en versterkt de mogelijkheden voor meer operationele sturing. Zo komt er vanzelf meer focus op de professionalisering van de bedrijfsvoering, wat de financiële slagkracht van de organisatie vergroot.”