Zorgorganisaties kunnen 10 tot 20 procent kosten besparen door kostenbewuster, efficiënter te werken. Dat betoogde bestuursvoorzitter Marco Meerdink van Espria tijdens het Skipr-congres over de transitie van de langdurige zorg.
Met zijn opmerking reageerde Meerdink op signalen uit het veld als zouden gemeenten in het kader van de nieuwe Wmo drastische kortingen tot wel 80 procent bij de aanbieders bedingen. “Gemeenten proberen heel karig in te kopen”, constateerde ook Meerdink. “Dat kan uitlopen op een drama. Maar zolang we als zorginstellingen zelf nog ongelooflijke slagen kunnen maken vind ik niet dat ik naar anderen kan gaan wijzen.”
Inkoop
Bij wijze van voorbeeld verwees Meerdink naar de inkoop binnen zijn eigen organisatie. “Als grote organisatie hebben we een inkoopvolume van 160 miljoen euro. Door dat slimmer te organiseren en scherper in te kopen hebben we 20 miljoen euro bespaard.” Een andere vorm van kostenreductie is volgens Meerdink het sterker sturen op het weer zelfstandig maken van cliënten. “Dat is soms lastig, want wij waren van oudsher één van die grote jongens die altijd maar groeiden.”
Decentralisatie
Ook overheidsinstanties hebben volgens Meerdink moeite met de cultuuromslag die de transitie vergt. Waar voorheen uniformering en centrale aansturing synoniem waren voor efficiënte, passende zorg, komt het bij de transitie aan op het decentraliseren van verantwoordelijkheden en lokaal maatwerk. Iets waar een instantie als de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) volgens Meerdink niet aan lijkt te willen: “Als er in één van onze huizen in Drenthe of elders iets mis is, dan wil de inspectie per se mij als bestuursvoorzitter spreken. Voor het welslagen van de transitie is het van groot belang of politici afstand kunnen nemen van hun controle-reflex en incidentenpolitie.” En ook -bekende Meerdink- “kunnen we ons eigen belang parkeren”.