Patiënten zijn zeer te spreken over de kwaliteit van de radiotherapeutische zorg. Hun mening over de zorg in de verschillende radiotherapeutische centra varieert van ‘heel goed’ tot ‘bijzonder goed’. Alleen in de informatie over de behandelopties en keuze voor het tijdstip van behandeling is nog ruimte voor verbetering
Radiotherapie is met chirurgie en chemotherapie één van de belangrijkste behandelmethoden bij kanker. De Nederlandse Vereniging voor Radiotherapie en Oncologie (NVRO) nam het initiatief voor de ontwikkeling van een gestandaardiseerd meetinstrument om de ervaringen van patiënten met radiotherapeutische zorg te kunnen meten en vergelijken: de CQ-index Radiotherapie. In 2010 begon het NIVEL (Nederlands instituut voor onderzoek van de gezondheidszorg) met de ontwikkeling van deze CQ-index.
Hoogste score
Radiotherapie krijgt gemiddeld een 9,1 van patiënten. Dat is het hoogste cijfer dat patiënten in een CQ-index geven voor een vorm van zorg. Dat ligt niet alleen aan de ernst van de aandoening, andere behandelmethoden van kanker scoren minder hoog. Volgens Marcel Verheij, voorzitter van de NVRO, kan deze hoge score verklaard worden door de ruime aandacht die er tijdens de radiotherapie is voor patiënten. Verheij: “Voor een consult binnen de radiotherapie nemen we ruim de tijd voor de patiënt en alle aspecten van de complexe zorg die hij krijgt. Het is mooi om te zien dat ons jarenlange streven naar concentratie van radiotherapeutische zorg deze prachtige score oplevert.”
Transparantie
Michel Rudolphie, algemeen directeur KWF Kankerbestrijding, zegt zeer verheugd te zijn met het initiatief van de NVRO om een CQ-index voor de radiotherapie te ontwikkelen. “Het is belangrijk dat zorgverleners van patiënten zelf horen hoe zij de zorg ervaren en waar verbetering van de zorg mogelijk is. Daarmee kunnen gericht verbetertrajecten worden ingezet. Bovendien biedt deze CQ-index een belangrijke stap naar meer transparantie over de kwaliteit van de zorg voor patiënten. Dit is van belang omdat het voor patiënten inzichtelijk maakt wat zij mogen verwachten van de zorg en wat de verschillen zijn tussen zorginstellingen. Deze informatie kan hen helpen bij het maken van een keuze voor een zorgverlener.”