Drentse gemeenten hebben een brandbrief gestuurd aan staatssecretaris Martin van Rijn van Volksgezondheid. Zij hebben meer tijd nodig om te bepalen welke maatschappelijke ondersteuning hulpbehoevenden nodig hebben. Het lukt niet voor 1 mei, zoals eerder afgesproken is. Dat meldt RTV Drenthe.
Gemeenten hebben individuele gesprekken met cliënten nog niet afgerond. Drentse gemeenten willen per persoon bepalen welke hulp het beste past. Daarbij willen zij niet blind varen op de werkwijze van MEE Drenthe, die nu de maatschappelijke ondersteuning regelt. Dat zegt wethouder Henk van Hooft van Midden-Drenthe tegen de omroep. “De cliënt moet erop vooruit gaan”, zegt Van Hooft. Gemeenten zijn per 1 januari 2015 verantwoordelijkheid voor maatschappelijke ondersteuning.
Meer tijd nodig
Het is een vaker gehoord geluid dat gemeenten meer tijd nodig hebben om zich voor te bereiden op hun nieuwe taken. Zo bleek uit meting uit het transitie-volgsysteem Wmo in maart dat gemeenten moeite hebben om hun nieuwe zorgtaken tijdig in praktisch beleid te vertalen. Hiermee komt de invoering van de nieuwe Wmo per 1 januari 2015 in het gedrang, constateert het Kennisnetwerk Wmo, dat de transitie-meting uitvoert.
Ook Limburgse gemeenten blijken nog niet klaar voor hun nieuwe taak. Dat heeft een commissie onder leiding van Pieter van Geel, oud-fractievoorzitter van het CDA in de Tweede Kamer, geconstateerd. Van Geel heeft in opdracht van de provincie onderzocht hoever de Limburgse gemeenten inmiddels voorbereid zijn op de nieuwe zorgtaken. Hij stelde vast dat de Limburgse gemeenten nog volop bezig zijn met het proces van de ‘kanteling’, maar nauwelijks met de inhoud.
Het kabinet moet overwegen om het overhevelen van zorgtaken naar gemeenten uit te stellen. Dat zei CDA-leider Sybrand Buma vorige maand in RTLZ. Volgens hem moet het kabinet meer tijd nemen om de wet die dit regelt, goed in te voeren en de gemeenten “ echt mee te nemen” .