De zorg aan psychiatrische patiënten die langdurig in een instelling verblijven wordt niet overgeheveld naar de Zvw, maar geregeld in de nieuwe Wet langdurige zorg (Wlz). Staatssecretaris van Rijn van VWS heeft dinsdag een brief aan de Tweede Kamer verstuurd waarin hij aangeeft hoe dit vorm gaat krijgen.
In de brief geeft de staatssecretaris aan dat cliënten met langdurige ggz-problematiek zowel vanuit de Zorgverzekeringswet als vanuit de Wmo in de Wlz kunnen instromen op basis van nog vast te stellen criteria. GGZ Nederland, de Federatie Opvang, de RIBW Alliantie en het LPGGz noemen het “een belangrijke en positieve stap” dat de zwaarste groep cliënten toegang krijgt tot de nieuwe Wlz.
Voorlopige regeling
De criteria waaraan ggz-cliënten moeten voldoen om toegang tot de Wlz te krijgen moeten nog ontwikkeld worden. Dit gaat niet lukken voor 1 januari 2015. Om toch per 2015 meteen ruimte te bieden aan de meest kwetsbare ggz-patiënten, schetst de staatssecretaris in zijn brief een tussenstap. Deze regeling is van kracht tot het moment dat de objectieve inhoudelijke criteria voor in- en uitstroom zijn vastgesteld en in gebruik genomen kunnen worden. Per 1 januari 2015 krijgen cliënten die drie jaar aaneengesloten gebruik hebben gemaakt van verblijf gericht op behandeling toegang tot de Wlz. Het driejaarscriterium vervangt voor de langdurige ggz gericht op behandeling het huidige criterium van 365 dagen onafgebroken verblijf, dat nu de overgang naar langdurige zorg bepaalt. Cliënten die op 1 januari 2015 gedurende drie jaar aaneengesloten verblijf gericht op behandeling hebben gehad, gaan direct van de AWBZ over naar de Wlz, schrijft de staatssecretaris. “Met het driejaarscriterium wordt zo goed als mogelijk aangesloten bij het uitgangspunt dat de Wlz bedoeld is voor mensen die blijvend zware zorg behoeven. Wanneer iemand drie jaar of langer intramuraal behandeld wordt, is de kans groot dat hij blijvend is aangewezen op zware intramurale zorg uit hoofde van de Wlz.”
Zorgverzekeraars worden vanaf 2015 op grond van de Zvw verantwoordelijk voor de eerste drie jaar op behandeling gerichte intramurale ggz voor volwassenen. Dit betekent voor de huidige cliënten dat wanneer zij per 1 januari 2015 korter dan drie jaar aaneengesloten verblijf gericht op behandeling hebben gehad, zij onder de Zvw komen te vallen.
Motie Keijzer/Bergkamp
Met de positionering van de langdurige intramurale ggz in de Wlz wordt invulling gegeven aan de Kamerbreed gesteunde motie van Keijzer en Bergkamp van 20 januari 2014. Het kabinet wilde oorspronkelijk de intramurale ggz overbrengen naar Zorgverzekeringswet (Zvw) en de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo). Het College voor zorgverzekeringen (CVZ) adviseerde in oktober 2013 om de gemeenten deels verantwoordelijk te maken voor de zorg aan psychiatrische patiënten die langdurig in een instelling verblijven. In het conceptadvies stelde CVZ voor om de langdurige intramurale ggz uit de AWBZ over te hevelen naar de Wmo en een deel onder de Zvw te laten vallen. Dit leidde tot veel kritiek. Zo uitte het Landelijk Platform GGZ (LPGGz) “principiële bezwaren” tegen de overheveling naar de Wmo “omdat het recht op zorg in de Wmo niet geborgd is en omdat wij door de beleidsvrijheid van gemeenten te veel verschillen zien ontstaan in de toegankelijkheid en kwaliteit van essentiële zorg voor een groep zeer kwetsbare mensen.” Daarnaast vreesde de belangenvereniging “gebrek aan kennis en affiniteit bij gemeenten ten aanzien van de zwaarste cliëntgroepen”. GGZ Nederland wijst in reactie verder op “het belang van het principe dat het geld de cliënt volgt. Indien cliënten overgaan naar een ander bekostigingssysteem, moet het budget, zoals de brief ook aangeeft, de cliënt volgen en herschikking tussen financiers mogelijk zijn.”