Elk jaar liggen minimaal 36 doden langer dan twee maanden onopgemerkt in huis. Dat meldt het Algemeen Dagblad op basis van een inventarisatie van 22 van de 24 GGD-regio’s in Nederland.
Vermoedelijk ligt het werkelijke aantal nog hoger. Niet alle GGD-regio’s konden de cijfers uit het registratiesysteem halen. Het onderwerp heeft hernieuwd aandacht gekregen nadat eind vorig jaar in Rotterdam een bejaarde vrouw werd aangetroffen die al tien jaar dood in haar woning lag. “Ik denk dat bijna wekelijks mensen worden gevonden die meer dan twee maanden daarvoor zijn overleden”, reageert Kees Das, hoofd van de forensische dienst van de Amsterdamse GGD, in het AD.
Zijn collega Marcel Buster onderzocht de dossiers van duizenden lijkschouwingen tussen 2005 en 2012. De belangrijkste conclusies: mensen die lange tijd dood in huis liggen zijn vaak mannen ouder dan 60 die alleen wonen en veelal met problemen als verslaving kampen.
Vangnet
Anja Machielse, universitair hoofddocent aan de Universiteit voor Humanistiek in Utrecht, pleit voor een vangnet voor geïsoleerde mensen. “Deze mensen weten vaak dat ze na hun overlijden lang niet worden gevonden. Dat vinden ze heel erg”, weet de onderzoeker. Ze heeft veel contact met mensen die een teruggetrokken bestaan leiden. In de meeste gevallen kunnen zij niet anders dan zichzelf isoleren. Ze beschikken niet over goede sociale competenties, kunnen moeilijk contacten onderhouden en zijn keer op keer teleurgesteld door mislukte relaties.
Grote waarde
Hulpverleners kunnen een vertrouwensband met de zonderlingen opbouwen, stelt Machielse. Zolang ze niet te opdringerig zijn en het leven van deze mensen niet willen veranderen. De meeste geïsoleerden hechten grote waarde aan een contactpersoon.