De forensische zorgsector wil de komende jaren betere en effectievere zorg bieden en tegelijkertijd bezuinigen. De sector wil dit bereiken door korter, beter en meer ambulant te behandelen. Dat staat in het vrijdag door GGZ Nederland gepubliceerde ‘Visiedocument forensische zorg’.
De behandelduur verkorten en de door- en uitstroom van clienten versnellen lukt volgens het rapport alleen met intensievere samenwerking met de reguliere ggz en andere ketenpartners zoals maatschappelijke opvang en Regionale Instellingen voor Beschermende Woonvormen (RIBW’s).
Ketenpartners
De beoogde samenwerking loopt nog echter niet overal optimaal. Martijn Koerhuis, psychiater bij Palier, instelling voor forensische en intensieve zorg, zegt voor de camera: “Een deel van de ggz-instellingen zit niet te wachten op forensische patiënten. Dit is wel een knelpunt”. Onbekend maakt onbemind, denkt hij. Daarnaast gelooft Koerhuis dat angst voor deze patiënten een rol speelt en dat de instellingen niet over onvoldoende middelen beschikken om deze patiënten te bedienen en te behandelen.De forensische zorg moet daarom de reguliere ggz ondersteunen met expertise en als vangnet dienen wanneer de behandeling van bepaalde patiënten onverhoopt vastloopt.
Preventie
Het gevangeniswezen moet de komende jaren fors bezuinigen. De forensische zorgsector wil naast haar taak om passende forensische zorg te leveren aan binnen de gevangenispopulatie, zich meer op preventie gaan richten: het voorkomen van delicten door tijdig behandeling aan te bieden. Het forensische veld wil zich meer richten en specialiseren in ambulante preventieve zorg en wil zo een nieuwe groep patiënten bereiken, te weten de patiënten die vanuit hun stoornis delicten dreigen te gaan plegen. Tijdige behandeling en begeleiding moet voorkomen dat zij delicten gaan plegen.