Met de start van de Jongerentaskforce op 18 november krijgen jongeren eindelijk zelf een stem in het tegengaan van kindermishandeling. Dat is hard nodig, want alle actieplannen ten spijt: het aantal kinderen dat elk jaar mishandeld, misbruikt en verwaarloosd wordt, ruim 118.000, lijkt nog niet te dalen.
De Jongerentaskforce gaat direct aan de slag: ze kregen aanbevelingen van mishandelde kinderen en hielden zelf ook een onderzoek onder jongeren. De jongerentaskforce is een initiatief van Augeo en wordt uitgevoerd door NJR.
Volgens Mariëlle Dekker van Augeo Foundation wordt er veel gepraat over jongeren, maar niet mét jongeren. ‘We krijgen een nieuw jeugdzorgstelsel. De discussies gaan over zaken als transitiearrangementen en regievoering, maar kinderen en jongeren zelf worden nauwelijks gehoord. Terwijl ze de belangrijkste ‘stakeholders’ zijn. Op deze manier richten actieplannen voor de aanpak van kindermishandeling zich vaak niet op concrete uitkomsten voor kinderen zelf, zoals voorlichting over kindermishandeling of voldoende gesprekstijd met een voogd of begeleider. De stem van jongeren is nodig om dit soort inhoud op de agenda te houden.’
Tien jongeren tussen de 15 en 26 jaar vormen samen de onafhankelijke Jongerentaskforce Kindermishandeling. De jongeren zijn allemaal betrokken bij het thema kindermishandeling en hebben vanuit verschillende perspectieven met kindermishandeling te maken gehad.
‘De zorgsector moet meer veiligheid bieden aan mishandelde kinderen’
De Jongerentaskforce kreeg aanbevelingen van mishandelde jongeren overhandigd. In het boek ‘Ik wil je wat vertellen’, geven de kinderen aan dat de zorg voor jongeren beter kan. Zo willen ze meer contacttijd met een en dezelfde hulpverlener, hun verhaal niet in een kantoorsetting vertellen en dat er met ze gesproken wordt, zonder hun ouders er bij.
Scholen moeten meer aandacht hebben voor kindermishandeling
Een andere actie van de Jongerentaskforce Kindermishandeling is een onderzoek onder jongeren dat ze hebben laten uitvoeren door NJR. Leden van het NJR-jongerenpanel is gevraagd hoe zij vinden dat kindermishandeling bestreden moet worden en welke rol jongeren daarin zelf willen spelen.
Uit het onderzoek blijkt dat jongeren zich zelf een grote rol toedelen en graag willen helpen maar vaak niet weten hoe. 40% van de ondervraagden weet niet welke organisaties ze zouden kunnen inschakelen. Daarnaast vindt meer dan de helft van de jongeren dat leerkrachten en scholen een belangrijke rol spelen bij het aanpakken van kindermishandeling. Tegelijkertijd geeft meer dan de helft van de jongeren aan dat er bij hen op school geen aandacht is voor kindermishandeling.
‘Ouders geen boemannen’
Ruim zeven op de tien jongeren denken dat een ouder die zijn kind mishandelt, alsnog kan leren een goede vader of moeder te zijn. Een meerderheid van de jongeren vindt dan ook dat ouders die mishandelen hulp moeten krijgen, in plaats van gestraft worden. Opvallend is dat meer dan 60% van de jongeren vindt dat anderen zich best mogen bemoeien met de opvoeding die ouders hun kinderen geven.
De Jongerentaskforce Kindermishandeling doet gevraagd en ongevraagd voorstellen over hoe kindermishandeling beter tegengegaan kan worden en hoe mishandelde kinderen en jongeren tijdig de goede hulp krijgen. De jongeren zullen samenwerken met vertegenwoordigers van bestaande jongereninitiatieven en -platforms in de jeugdzorg. De taskforce is ook aanspreekpunt voor organisaties, overheid en politiek en zal de stem van jongeren daar laten horen.
Lees het volledige onderzoeksverslag ‘Jongeren over kindermishandeling’