De ‘Taskforce kindermishandeling en seksueel misbruik’ neemt op donderdag 13 juni nieuwe samenwerkingsafspraken in ontvangst uit handen van diverse partijen in de (geestelijke) gezondheidszorg en jeugdzorg. Deze afspraken bevorderen een zorgvuldige uitwisseling van persoons- en medische gegevens bij vermoedens van kindermishandeling.
Daarnaast dient dit landelijk model samenwerkingsafspraken informatie-uitwisseling als basis voor het maken van regionale of lokale afspraken tussen Jeugdzorg en de (G)GZ.
Verplichte meldcode
Op 1 juli 2013 treedt de wet verplichte meldcode in werking. Professionals in verschillende sectoren, waaronder de (geestelijke) gezondheidszorg, zijn vanaf dan verplicht om bij een vermoeden van kindermishandeling te handelen volgens een voor hen geldende meldcode. Dit kan uiteindelijk resulteren in een melding bij het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling (AMK).
Knelpunten
Zowel bij deze melding als bij het vervolgonderzoek is uitwisseling van persoonsgegevens en medische gegevens veelal noodzakelijk. De ervaring leert dat daarin knelpunten kunnen ontstaan, bijvoorbeeld door de tijdsdruk waaronder meldingen moeten worden afgehandeld of door onduidelijkheid over de vraag of toestemming voor gegevensuitwisseling noodzakelijk is.
Zorgvuldig
Om de informatieverstrekking bij vermoedens van kindermishandeling zorgvuldig te laten verlopen, hebben de Nederlandse Vereniging voor Psychiatrie, GGZ Nederland, Jeugdzorg Nederland, de Vereniging Vertrouwensartsen Kindermishandeling, de Raad voor de Kinderbescherming, de KNMG en het Inter Provinciaal Overleg gezamenlijk afspraken gemaakt. De afspraken hebben betrekking op een open werkwijze, het doen van een melding en het opvragen en verstrekken van gegevens. Ze zullen ook op lokaal of regionaal niveau door Bureaus Jeugdzorg, het AMK, de Raad voor de Kinderbescherming, (ggz)instellingen en zorgverleners gebruikt worden voor het vormgeven van hun samenwerking.