Gemeenten zijn geen pleitbezorger van de verplichte inzet van mantelzorg. Wel willen de gemeenten bij de toedeling van thuiszorg nadrukkelijk kijken wat een zorgvrager zelf nog kan of zelf kan organiseren in zijn of haar eigen omgeving.
De Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG) reageert daarmee op berichten in de media. Volgens de VNG wekken deze berichten “ten onrechte de suggestie dat de VNG pleit voor ‘verplichte mantelzorg’”. De VNG wil geen verplichting in juridische zin, zo stelt de VNG. Maar gezien het groeiende beroep op zorg en ondersteuning en de dalende budgetten moeten gemeenten een beroep kunnen doen op de eigen inzet van inwoners, vindt de VNG. Dat kan niet vrijblijvend zijn.
Grenzen
Ook moet gemeenten ‘nee’ kunnen verkopen aan inwoners die het wel redden, ook zonder zorg via de gemeente. Dat betekent dat de gemeente in zo’n geval geen of minder ondersteuning biedt. Samen met staatssecretaris Van Rijn (VWS) wil de VNG kijken hoe die mogelijkheid in de Wmo kan worden opgenomen. De bezuinigingen komen zo terecht waar ze het best kunnen worden gedragen, vindt de VNG.
Afschuiven
De uitleg van de VNG kan ouderenbond ANBO niet gerust stellen. Volgens ANBO proberen de gemeenten hun toekomstige financiële en organisatorische problemen af te schuiven op vrijwilligers en mantelzorgers en dat terwijl nu al zijn zo’n 220.000 van de ruim 1,5 miljoen mantelzorgers zwaar belast zijn. Volgens ANBO kan de VNG zich beter sterk maken voor heldere regels eisen en daarvoor lobbyen in Den Haag.
Herijking
VNG en ANBO lichten hun standpunten op 17 mei toe tijdens een hoorzitting in de Tweede Kamer over de toekomst van de langdurige zorg. Vertrekpunt voor deze hoorzitting zijn de recente plannen van staatssecretaris Van Rijn voor de herijking van de langdurige zorg. ANBO deelt de mening van de staatssecretaris dat verzekeraars, gemeenten, corporaties en zorgaanbieders meer moeten samenwerken, maar ziet wel knelpunten in de uitvoering. Ook vindt ANBO dat de discussie over de toekomst van de zorg in de eerste plaats zou moeten gaan over kwaliteit van leven in plaats van de betaalbaarheid van de zorg.