Wie kent het niet. Investeringsprojecten in de zorgsector die miljoenen meer kosten dan geraamd en in uitvoeringstijd veel langer duren dan vooraf gedacht.
Natuurlijk zijn het vooral grote mislukkingen die de krant halen. Maar ook in kleinere instellingen lopen investeringsprojecten nogal eens mis, alleen dan haalt het de pers niet. In alle gevallen vindt er een verspilling plaats van tijd en, soms heel veel, geld. Soms leiden mislukte projecten tot liquiditeitsproblemen en in een enkel geval tot faillissement.
Waarom gaat het mis?
Waarom gaat het mis is een veelgestelde vraag, die niet eenduidig te beantwoorden is. Het lijkt erop dat niet in alle gevallen goed is nagedacht over de noodzaak van een project, de opzet ervan en de (financiële) gevolgen van het project. Risico’s worden niet meegenomen in de afwegingen. Zaken als hoogmoed, status, macht en prestige spelen bij de besluitvorming zeker in een aantal gevallen een rol.
Loek Winter, hoogleraar Healthcare Entrepreneurship en eigenaar van een aantal zorginstellingen, vertelde hierover in een interview (NRC, 10 februari 2009): “Kostenbewustzijn is in IJsselmeerziekenhuizen geen issue. Daar bestelt iedereen maar wat. Of het plastic koffiebekers zijn of een kijkapparaat met camera voor een arts. Er is geen systeem.” En: “Ik vind het onverantwoordelijk dat MC Alkmaar een specifieke scanner koopt voor 5 miljoen euro. Dat ziekenhuis heeft één dag per week patiënten voor dat apparaat. Maar de bestuursvoorzitter zegt: ‘Ik ben Tarzan, ik bestel zo’n ding’”.
Investeringsbeslissingen
Een investeringsbeslissing betreft de aanschaf van capaciteit (mens, machines, andere duurzame activa) en heeft bijna altijd simultaan drie kenmerken. Allereerst gaat het om relatief grote bedragen. Ten tweede kent een investering meestal een langetermijneffect. Tenslotte strekken de gevolgen van de investering zich over veel, soms meer dan tien jaar uit. Er wordt wel gesproken van het ‘camel-nose’-effect: men concentreert zich op de eerste investering; daarna komen echter nog jaren met hoge onderhoudskosten en exploitatiekosten. Eenmaal genomen is de beslissing moeilijk weer terug te draaien, laat staan stop te zetten. Als tijdens de uitvoering van een project blijkt, nadat er al heel veel geld is uitgegeven, dat het project veel duurder wordt dan begroot, dan zijn er telkens weer argumenten om door te gaan, en dus nog meer geld te spenderen. Uit deze drie kenmerken blijkt dat een Oudhollands gezegde van toepassing is: bezint eer ge begint.
En dit gezegde vindt zijn uitvoering in het opstellen van een business case: het onderzoek naar en de opsomming van alle argumenten om een investering wel of juist niet te doen. Het geeft structuur aan het besluitvormingsproces. En het gaat bij die argumenten niet alleen om financiële zaken.
Zorgsector: business cases geen dagelijkse kost
Argumenten als “we zijn er niet om winst te maken” en “sommige apparatuur hebben we gewoon nodig” worden gebruikt om het zakelijke nadenken over aanschaffingen te voorkomen. Hopelijk dringt echter het besef door bij alle zorginstellingen dat rationeel nadenken in de vorm van een business case een enorme toegevoegde waarde kan hebben bij de besturing van de instelling. Daarbij is het zaak om alle ter zake doende argumenten die met de investering te maken hebben, op tafel te krijgen. Dus ook de financiële gevolgen van de investering. Misschien dat termen als “netto contante waarde” of “interne rentevoet”, maatstaven die getalsmatig zichtbaar maken of een investering rendabel is of niet, gemeengoed gaan worden. Het is daarbij zaak dat de financiële opstelling in de business case niet het speeltje wordt van de controller of financieel directeur, maar dat het complete management begrijpt wat deze termen betekenen en wat de financiële gevolgen van investeringen op lange termijn voor de organisatie zijn.
Zorgmanagers die van buiten de zorg komen, zijn dikwijls al bekend met het fenomeen business case. Zaak is om personeelsleden die vanuit de zorgsector doorgroeien naar managementfuncties zich op het punt van business cases laten bijscholen. Zodat het voor iedereen duidelijk is, dat bij investeringen vanaf een bepaald bedrag, de vraag wordt gesteld: waar blijft de business case?
Verbeter uw performance
Een business case is van essentieel belang om de performance van uw mensen en organisatie te verbeteren, juist vanwege de veranderende wereld van ziekenhuizen en zorginstellingen. Een meer bedrijfskundige aanpak en andere kennis en attitude van mensen zijn noodzakelijk. Alles moet beter met minder middelen. Dit vraagt om nieuwe inzichten, ideeën en maatregelen.
Avans+ komt met oplossingen op maat en heeft de afgelopen 15 jaar een succesvol track record opgebouwd in de zorgsector. Het ontwikkelen en verzorgen van zorgspecifieke opleidingen en Management Development (MD)-trajecten heeft maar één doel: het verbeteren van de performance van zorgprofessionals binnen ziekenhuizen en zorginstanties, met de focus op een beter bedrijfsresultaat.
Meer informatie
Neem contact op met één van de accountmanagers van Avans+ : Joop Quinten, Wim Meijberg, Yvonne Bello of Dragan Kalkan. Bel 0900 110 10 10 (lokaal tarief) of mail info@avansplus.nl. Avans+ komt graag langs om te luisteren naar uw verbeterwensen en helpt u graag uw performance te verbeteren.
Gijs Hiltermann
Deze tekst is een gezamenlijke publicatie van Avans+ en Gijs Hiltermann. Gijs Hiltermann is opleider en adviseur op het gebied van financieel management, en vooral in de zorgsector werkzaam. Hij is redacteur en mede-auteur van het boek “Bedrijfskundige aspecten in de zorg”.