Met jaarlijks 450 nieuwe aanmeldingen is de wachtlijst voor transgenders bij het speciale genderteam van het VUmc veel te lang. Om te voorkomen dat patiënten uitwijken naar minder geoutilleerde centra of ongecontroleerd met zelfmedicatie starten, heeft het team een deltaplan opgesteld.
De circa 300 volwassenen en 150 kinderen en adolescenten die zich nieuw bij het genderteam melden, moeten nu anderhalf jaar wachten voor de diagnose kan worden gesteld. Mick van Trotsenburg, gynaecoloog en directeur van het multidisciplinaire kennis-en zorgcentrum voor genderdysforie, maakt zich sterk voor zorgvuldigheid, “maar het mag niet zo lang duren dat mensen uitwijken naar centra die minder zorgvuldig maar sneller zijn of ongecontroleerd met zelfmedicatie starten.”
Deltaplan
Om patiënten binnen een redelijke termijn te kunnen helpen, heeft het genderteam samen met het adviesbureau DePraktijk een deltaplan ontworpen, dat een einde moet maken aan de overstromende wachtlijsten.
Complex
De zorgverzekeraars hebben meer dan twee miljoen euro beschikbaar gesteld om het deltaplan uit te voeren. Daarmee kunnen de komende twee tot drie jaar jaarlijks 150 patiënten extra instromen. Toch is hiermee het probleem van de financiering niet opgelost. Zo heeft de behandeling van genderdysforie geen eigen DBC. De financiering wordt nog complexer doordat er twaalf afdelingen bij betrokken zijn. Ook is er geen financieringstitel voor de psychologische diagnostiek en begeleiding tijdens de transitie. Tot nu toe betaalde het VUmc dit uit eigen middelen, maar de raad van bestuur heeft hier nu een streep door gezet.
Onderschat
Volgens Van Trotsenburg wordt het aantal transgenders in Nederland veelal onderschat. “Volgens het Centraal Plan Bureau zitten 0,6 procent van de mannen en 0,2 procent van de vrouwen in een verkeerd lichaam”, aldus Van Trotsenburg. “Het gaat dus om zo’n 48.000 Nederlanders. Idealiter zou de behandeling van deze transgenders in totaal zo’n vier jaar in beslag nemen, maar in werkelijkheid duurt het soms wel acht jaar.”