Zestig tot zeventig procent van de cliënten in de ggz staat open voor behandeling via internet. Wel geeft een grote groep de voorkeur aan een combinatie van e-health en face-to-face gesprekken. Dit blijkt uit een onderzoek naar cliëntvoorkeuren van e-diagnostisch centrum TelePsy onder ruim 1200 cliënten.
Volgens TelePsy bewijzen de uitkomsten dat er een groot potentieel is voor behandeling via digitale kanalen. Daarmee kunnen de kosten van de geestelijke gezondheidszorg (ggz) aanzienlijk worden teruggedrongen. Toch blijft het aantal cliënten dat via digitale kanalen wordt geholpen relatief beperkt. TelePsy wijst in dit verband op het ontbreken van een goede financieringsstructuur. De kosten van e-health- worden niet of nauwelijks door verzekeraars vergoed.
Opdrijvend effect
Ook worden ggz-instellingen voor toepassing van e-health niet extra beloond. “Bekostiging van de ggz vindt voornamelijk plaats op basis van manuren, waardoor e-health juist een kosten opdrijvend effect heeft voor de instelling zelf, ongeacht de lagere kosten voor de cliënt of maatschappij”, constateert TelePsy. Daarnaast blijkt de persoonlijke motivatie van zorgverleners soms toepassing van digitale zorgapplicaties in de weg te staan.
Seksevoorkeur
Uit het onderzoek blijkt dat vrouwen meer open staan voor e-health dan mannen. Van de vrouwelijke respondenten geeft 68 procent aan positief tegenover internetbehandeling te staan, tegen 61 procent van de mannen. Wel geeft 46 procent van de vrouwen en 43 procent van de mannen aan een voorkeur te hebben voor combinatietherapie.
Taboesfeer
Het onderzoek maakt tevens duidelijk dat er geen duidelijk verband is tussen de aard van de klachten en de voorkeur voor internetbehandeling. “De verwachting dat mensen met klachten in de taboesfeer, zoals seksuele problemen of verslavingsproblematiek, meer open zouden staan voor e-health, dan mensen met klachten die niet in de taboesfeer liggen, blijkt niet te kloppen”, aldus de onderzoekers.