De aanpak van meisjesbesnijdenis met goede, gerichte voorlichting en de dreiging met zware straffen heeft effect. Dat stelt het onderzoekscentrum Pharos in een studie in opdracht van het ministerie van Volksgezondheid.
Jaarlijks lopen volgens Pharos veertig tot vijftig meisjes het risico te lopen om besneden te worden, vooral als het herkomstland wordt bezocht. Zonder de beleidsmaatregelen van de afgelopen jaren zou het aantal waarschijnlijk hoger zijn. Om die reden pleit Pharos voor voortzetting het huidige beleid, vooral vanwege de onomkeerbaarheid van vrouwelijke genitale verminking en de gevolgen voor de gezondheid van deze vrouwen.
Voorzetten
Staatssecretaris Van Rijn van VWS zegt in een eerste reactie het huidige beleid krachtig te zullen voortzetten. In Nederland wonen naar schatting 30 duizend besneden vrouwen, zo raamt Pharos. De meeste meisjes uit de risicogroep zijn afkomstig uit Somalië en Egypte.