Het College voor Zorgverzekeringen (CVZ) moet bij pakketkeuzes ruimte laten voor inbreng en advies uit het veld, ook als dit maatschappelijke onrust veroorzaakt. Wel vindt minister Schippers zulke onrust veelal ‘ongewenst’ en daarom doet de minister aanbevelingen om de CVZ-procedures te verhelderen.
Recentelijk is veel ophef ontstaan over twee adviezen die het CVZ in de maak heeft. Vorig jaar ontstond onrust over het voornemen van het CVZ om de vergoeding van geneesmiddelen voor de ziekten van Pompe en Fabry drastisch in te perken. Aanleiding voor de publiciteit was een nog niet-openbaar conceptadvies dat ter consultatie lag bij de betrokken veldpartijen.
Risico
“Deze procedure waarbij betrokkenen kunnen reageren op nog niet-openbare versies van conceptrapporten en -adviezen, sluit het risico van uitlekken van deze versies niet geheel uit, hetgeen kan leiden tot ongerustheid bij behandelaars en patiënten”, aldus Schippers in een brief aan de Tweede Kamer. Toch moet het belang van betrokkenen om hun mening kenbaar te maken zwaarder wegen dan het risico van uitlekken, vindt Schippers.
Geen lek
Anders dan bij het conceptadvies rond de ziekten van Pompe en Fabry is er bij het recente conceptadvies voor de geestelijke gezondheidszorg (ggz) volgens Schippers geen sprake van ‘lekken’. Het conceptrapport over de ggz was als agendapunt van de Adviescommissie Pakket (ACP) een openbaar stuk, aldus Schippers. Vergaderstukken van de ACP zijn altijd openbaar en worden minimaal een week voorafgaand aan de vergadering op de website van het CVZ geplaatst. “Dat is met dit conceptrapport over de GGZ ook gebeurd”, aldus Schippers. “Er is in dit geval derhalve geen sprake van uitlekken van een conceptrapport of conceptadvies van het CVZ.”
Ongewenst
Aangezien er nog geen sprake is van beleid of besluiten, vindt Schippers de maatschappelijke onrust rond conceptadviezen ongewenst. Om onnodige onrust te voorkomen pleit Schippers er voor dat het CVZ voortaan duidelijker is over de status van dergelijke concepten inclusief de bijhorende vervolgprocedure. “Ik zal CVZ daarom verzoeken om bij het publiceren van een conceptrapport of -advies duidelijk aan te geven wat de status van zo’n concept en de vervolgprocedure zijn, bijvoorbeeld via een persbericht of op hun website”, schrijft Schippers. “Op die manier zal het direct voor iedereen helder zijn in welk stadium van het adviesproces een conceptrapport zich bevindt.”
Vertrouwelijkheid
Schippers erkent dat dit geen oplossing is voor conceptadviezen die nog niet openbaar zijn. De minister vindt dat het CVZ er vanuit moet kunnen gaan dat geconsulteerde partijen de vertrouwelijkheid respecteren.