De behandeling van kinderen met aangeboren gezichts- en schedelafwijkingen moet gecentraliseerd worden in een klein aantal behandelteams. Dit leidt tot betere zorg en tot kostenbesparing. Dat zegt prof. dr. Irene Mathijssen vandaag in haar rede bij de aanvaarding van haar ambt als bijzonder hoogleraar Craniofaciale Afwijkingen aan de Erasmus Universiteit Rotterdam.
Mathijssen is plastisch chirurg aan het Erasmus MC/Craniofaciaal Centrum Nederland. Ook het wetenschappelijk onderzoek naar aangeboren gezichts- en schedelafwijkingen moet volgens haar gecentraliseerd worden. “Op dit moment zijn er te veel centra waar specialisten een laag aantal behandelingen uitvoeren, waardoor kinderen met aangeboren gelaatsafwijkingen de optimale zorg wordt onthouden”, aldus Mathijssen. “Omdat het vaak zeldzame aandoeningen betreft met bijbehorende problemen op vele gebieden, is behandeling in een ervaren team essentieel.”
Sneller verwijzen
Jaarlijks worden in Nederland ongeveer 500 kinderen geboren met een aangeboren aangezichts- of schedelafwijking, bijvoorbeeld craniosynostose of schisis. Onder echografisten, verloskundigen, gynaecologen en kinderartsen blijkt te weinig kennis te zijn over deze afwijkingen en de behandeling.
Vaak wordt aan ouders verteld dat de afwijkende schedelvorm een gevolg is van de geboorte en dat het vanzelf zal bijtrekken. Sneller verwijzen betekent voor het kind echter een tijdige behandeling en betere kansen op goed functioneren. Verwijzing bespaart kosten omdat diagnosticerende onderzoeken in algemene ziekenhuizen achterwege kunnen blijven. “Het is onomstotelijk vastgesteld dat mensen met een afwijkend uiterlijk minder succes hebben in de maatschappij. Men veronderstelt dikwijls ten onrechte dat ze een lage intelligentie hebben. Ze maken minder kans bij sollicitaties, bij promoties, ze verdienen minder geld en maken minder kans op het vinden van een partner”, zegt bijzonder hoogleraar Irene Mathijssen bij haar inauguratie.
Levensbelang
Plastische of craniofaciale chirurgie geeft kinderen de kans om optimaal te functioneren door herstel van vorm en functie. Een schedelafwijking die de normale groei van de schedel onmogelijk maakt, is immers tevens van invloed op het groeiende brein van het kind, merkt Mathijssen op. “Plastische/craniofaciale chirurgie is voor hen van levensbelang.”
Irene Mathijssen is plastisch chirurg met specifieke training en ervaring in chirurgie van het aangezichtsskelet en de schedel, maar ook van de zogenaamde weke delen, waaronder worden verstaan de huid, spieren, zenuwen en bloedvaten. Mathijssen is verbonden aan het Craniofaciaal Centrum Nederland (CFCN) van het Erasmus MC-Sophia Kinderziekenhuis. Tevens is ze voorzitter van de Nederlandse Vereniging voor Plastische Chirurgie (NVPC).