De ontwikkeling en implementatie van uitkomstregistraties is “geen vrijblijvende aangelegenheid”. Dat zegt voorzitter Arnold Moerkamp van het College voor Zorgverzekeringen (CVZ) in Skipr magazine.
“Als we er in slagen werkbare kwaliteitsindicatoren te formuleren, dan kunnen we een hele rimram van minder relevante indicatoren kwijt”, licht Moerkamp in Skipr magazine het belang van kwaliteits- en uitkomstindicatoren toe. “Op termijn kan het ook het einde van dbc’s en DOT als bekostigingsmaatstaf betekenen.”
Toezien
Met zijn commentaar blikt Moerkamp vooruit op de oprichting van het Zorginstituut Nederland, dat volgend jaar actief wordt. Moerkamp ziet bij de ontwikkeling en implementatie van kwaliteitsindicatoren een belangrijke rol weggelegd voor het Zorginstituut Nederland. Het kwaliteitsinstituut gaat niet zelf kwaliteitsindicatoren ontwikkelen, maar wil vooral toezien op het tot stand komen en handhaven van een landelijke standaard voor dergelijke indicatoren.
Doorzettingsmacht
Het Zorginstituut Nederland gaat er vanuit dat de veldspelers zelf tot afspraken komen. Waar de stemmen staken wil het Zorginstituut moderatoren inschakelen. Mocht bemiddeling falen dan kan het instituut volgens Moerkamp haar ‘doorzettingsmacht’ gebruiken en zelf de noodzakelijke kwaliteitsregistraties bindend verklaren. “Praten over uitkomstregistratie is geen vrijblijvende aangelegenheid”, zegt Moerkamp. “Eindeloos gepolder als rond de ZiZo-indicatoren willen we niet meer.”
Gezien de vele initiatieven in het veld op het terrein van kwaliteits- en uitkomstindicatoren verwacht Moerkamp dat het Zorginstituut maar zeer spaarzaam gebruik zal hoeven maken van haar doorzettingsmacht.