Consumenten draaien in toenemende mate zelf op voor de kosten wanneer ze een beroep doen op zorgaanbieders die geen contract hebben met hun zorgverzekeraar. Dat constateert de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) in de Marktscan Zorgverzekeringsmarkt.
In ondermeer de ggz krijgen consumenten niet-gecontracteerde zorg niet altijd meer volledig vergoed, stelt de NZa. De marktmeester in de zorg vindt de scheiding tussen gecontracteerde en niet-gecontracteerde aanbieders in principe een positieve ontwikkeling. Door met voorkeursaanbieders te werken kunnen zorgverzekeraars volgens de NZa scherper inkopen op prijs en kwaliteit. Consumenten die liever bij een andere aanbieder zorg willen afnemen, moeten in dat geval zelf bijbetalen.
Duidelijkheid
Wel adviseert de NZa de consument, met name bij het kiezen van een zorgverzekering, om goed op te letten welke zorg niet langer of niet langer volledig vergoed wordt. De NZa is van oordeel dat de zorgverzekeraars in dit opzicht soms te kort schieten. De NZa kreeg dit jaar veel vragen binnen over de hoogte van vergoedingen voor mondzorg in het aanvullende pakket. De websites van de zorgverzekeraars zijn hier volgens de NZa niet altijd helder over. Ook vindt de NZa dat verzekeraars eerder duidelijkheid moeten geven over wat ze in het nieuwe polisjaar te bieden hebben. Alleen dan kan consumenten een afgewogen keuze maken.
Besparen
Uit de marktscan blijkt verder dat het aantal consumenten dat van verzekeraar wisselt, weer is gestegen. In totaal gaat het om 6 procent van de verzekerden. Volgens de NZa heeft de consument door over te stappen 40 miljoen euro aan premiegelden bespaard. Ook het aantal collectieve verzekeringen met 2 procent opnieuw toegenomen.